Je bent best tevreden met Windows 7, alleen vind je het jammer dat die leuke retrogames het niet meer doen en je favoriete tool niet langer functioneert. Gelukkig zijn er diverse uitwegen om oude software alsnog aan de praat te krijgen. Bijvoorbeeld virtualisatie met VMware player.

Vind je het om een of andere reden niet handig om je oude pc met Windows 98 of XP draaiende te houden voor die paar oude games of toepassingen, dan kun je een dualbootopstelling overwegen. Deze oplossing werkt echter ook niet altijd even makkelijk: je moet in principe dan eerst het oudste besturingssysteem op je (nieuwe?) pc zetten en pas daarna Windows 7 installeren. Bovendien, telkens je pc herstarten om snel even die ‘legacy software’ te draaien, is evenmin comfortabel. Gelukkig zijn er minder ingrijpende alternatieven.

Oplossingen binnen Windows

Speciaal voor problematische software voorziet Windows 7 in een compatibiliteitswizard. Open het Windows Configuratiescherm en tik probleemoplosser in het zoekvak in. Klik vervolgens Probleemoplossing aan en kies Programma’s uitvoeren die voor eerdere versies van Windows zijn ontwikkeld. In het volgende venster kies je de betreffende toepassing in de lijst, waarna je Probeer de aanbevolen instellingen selecteert. Lukt het hiermee niet, klik dan op Volgende en kies Nee, opnieuw proberen met andere instellingen, waarna je de verdere instructies volgt. Of activeer rechtstreeks de compatibiliteitsmodus: rechtsklik op het toepassingspictogram, kies Eigenschappen, open het tabblad Compatibiliteit, plaats een vinkje bij Dit programma uitvoeren in compatibiliteitsmodus voor en kies (bijvoorbeeld) Windows 95. Eventueel pas je hier ook enkele beeldscherminstellingen aan. Het komt er dan vooral op neer dat Windows 7 het programma tracht wijs te maken dat het onder Windows 95 draait.

Zulke ingrepen mogen dan helpen bij een handvol nukkige programma’s, heel vaak lukt het daar niet mee. Vooral 16-bits applicaties – specifiek geschreven voor MS-DOS of oude Windows-varianten – blijven dikwijls koppig weigeren. Nu zijn er nog wel meer uitwegen mogelijk (zie kadertekst), maar al snel wordt virtualisatie dan toch de meest voor de hand liggende oplossing.

Installatie

Virtualisatie gebeurt met behulp van speciale software die je op een fysieke machine met een besturingssysteem, het zogenoemde host-OS, installeert. Deze software staat je toe een of meer ‘virtuele’ besturingssystemen te installeren en te gebruiken (guest-OS). Applicaties die je binnen zo’n virtueel besturingssysteem draait, krijgen dan toegang tot verschillende bronnen van de fysieke machine onder het waakzame oog van de virtualisatiesoftware. In deze workshop gebruiken we hiervoor VMware Player 4.0.2, gratis voor niet-commercieel gebruik. Er zijn uiteraard nog alternatieven (zie kadertekst), maar voor onze doeleinden – het draaien van een ouder OS en bijhorende software – voldoet dit pakket prima. Je downloadt het op www.vmware.com/products/player na een online registratie − je moet dan wel een vinkje plaatsen als je van VMware geen commerciële e-mails wil ontvangen. VMware Player is beschikbaar voor Windows en Linux, zowel 32- als 64-bits. In deze workshop houden we het bij de Windows-versie. De installatiewizard controleert ten eerste of je hostsysteem aan alle noodzakelijke voorwaarden voldoet, waaronder een 64-bits x86-cpu en minimaal 1,3 GHz. De installatie stelt verder weinig voor: je hoeft weinig meer te doen dan een vijftal keer op Next te klikken, te bevestigen met Continue en je systeem te herstarten.

Opstarten

Start je de tool de eerste keer op, dan moet je wel nog even instemmen met de licentievoorwaarden. Meteen na je bevestiging verschijnt het venster van VMware Player. Daar valt op dit moment nog weinig te beleven, omdat je nog geen virtuele machine ter beschikking hebt. Die kun je downloaden, maar ook zelf creëren.

In het eerste geval open je het menu File, Download a Virtual Appliance. Deze optie brengt je naar een online ‘marktplaats’ waar je terecht kunt voor talrijke, uiteenlopende virtuele appliances oftewel images van kant-en-klare virtuele machines. De bedoeling is dat je het gedownloade bestand uitpakt en vervolgens via File, Open a Virtual Machine naar het uitgepakte vmx-bestand wijst, waarna je met de virtuele machine aan de slag kunt.

Aangezien je hier echter zo goed als geen DOS- of Windows-gebaseerde appliances aantreft, zit er weinig anders op dan zo’n virtuele machine (voortaan afgekort als VM) zelf te creëren.

VM creëren: installatiemethodes

Laten we ervan uitgaan dat je Windows XP virtueel wilt installeren met behulp van VMware Player. Beschik je over een iso-beeldbestand van de installatie-cd van Windows XP, dan vink je Installer Disk Image File (ISO) aan en verwijs je naar de locatie van dat iso-bestand (zo’n iso maak je bijvoorbeeld met het gratis ImgBurn; www.imgburn.com).

In deze workshop gaan we er echter vanuit dat je Windows rechtstreeks vanaf de installatie-cd wilt installeren. Vink dus maar de bovenste optie aan (Installer disc), stop de cd in het station en verwijs naar de juiste stationsletter. Als het goed is, ziet VMware Player dat het om Windows XP gaat en wordt een Easy Install voorgesteld. Dat houdt in dat de hele installatie zo goed als volautomatisch zal verlopen en dat meteen ook een handige extensie, de VMware tools, mee wordt geïnstalleerd.

VM creëren: Easy Install

Zodra je met Next bevestigt, vraagt Easy Install je om enkele ‘administratieve’ gegevens: de productsleutel (optioneel), de naam voor de registratie van het OS (gebruik hier niet administrator of guest) en een optioneel wachtwoord voor het administrator-account. In het volgende venster geef je een duidelijke naam aan je VM mee en kies je een geschikte locatie voor de VM. Nog een venster verder leg je de maximale capaciteit voor het virtuele station vast (dat ‘station’ is eigenlijk een bestand met extensie .vmdk – virtual machine disk). Voor Windows XP Professional bijvoorbeeld stelt VMware Player een plafond van 40 GB vast – ruimschoots voldoende, dus.

Bevestig je keuzes en start de installatie met Finish; verderop in deze workshop komen we nog wel terug op een aantal opties die je via Customize hardware kunt aanpassen. Wellicht krijg je nu een venster te zien met de vraag of je VMware Tools for Windows 2000 and later wil downloaden. Aangezien deze tools het werken met virtuele machines vergemakkelijken, bevestig je hier met Download and install. Je kunt de installatie nu netjes volgen – een proces dat wel even kan duren.

VM creëren: ‘manueel’ (1)

Verderop gaan we dieper in op het effectief opstarten, gebruiken en aanpassen van een VM, maar we bespreken eerst hoe je zo’n VM ‘handmatig’ creëert ingeval de Easy Install-procedure voor jouw gastbesturingssysteem niet beschikbaar is of wanneer je Easy Install bewust wilt vermijden. Je kiest dan voor de derde installatiemethode: I will install the operating system later, waarna je aangeeft welk besturingssysteem je van plan bent te installeren. Je kunt hier kiezen tussen onder meer Microsoft Windows, Linux en Other. Afhankelijk van je keuze krijg je dan aangepaste versies te zien, zoals Windows 3.1, Windows 95 of MS-DOS (wanneer je Other had gekozen). Vervolgens geef je een gepaste naam en locatie voor je VM op en verstrek je een geschikte schijfcapaciteit. Doorgaans doe je er goed aan hier de voorgestelde capaciteit te accepteren (voor Windows 95 bijvoorbeeld is dat 8 GB). De nieuwe VM verschijnt nu in het overzichtsvenster van VMware Player.

VM creëren: ‘manueel’ (2)

Selecteer deze VM en kies Virtual Machine, Virtual Machine settings. Nu dien je ervoor te zorgen dat de VM kan opstarten vanaf je fysieke cd/dvd-station – in de veronderstelling althans dat je met een installatie-cd/dvd werkt. Open hiervoor het tabblad Hardware, ga naar de rubriek CD/DVD (IDE), plaats een vinkje bij Connect at power on en bij Use Physical Drive, waarna je de correcte stationsletter aanduidt. Gebruik je echter een iso-bestand, dan geef je de locatie van dat bestand aan via Use ISO image file.

Terug in het hoofdvenster van VMware Player klik je nu op Play virtual machine en volg je de installatie-instructies. Je doet er echter goed aan eerst de installatietips door te nemen die je voor verschillende besturingssystemen vindt op http://partnerweb.vmware.com/GOSIG/home.html (onder meer voor MS-DOS 6.22, Windows 3.1x, 95, 98 en ME)!

VM gebruiken

We gaan er nu vanuit dat de installatie van je gastsysteem succesvol is afgerond, zodat je de VM mag opstarten. Zijn de VMware Tools nog niet geïnstalleerd (voor zover beschikbaar voor deze VM), dan doe je dat bij voorkeur alsnog: open het menu Virtual Machine en kies Install VMware Tools, waarna je de verdere instructies volgt.

Heb je Windows XP gevirtualiseerd, dan kun je de VM nog beter in Windows 7 integreren – vergelijkbaar met wat de Windows XP Mode doet (zie ook kadertekst). Het volstaat het menu Virtual Machine te openen en daar Enter Unity aan te klikken. Er verschijnt dan een startmenu, specifiek voor je virtuele XP − desnoods roep je dat alsnog op via Ctrl+Shift+U). Wil je deze Unity-modus weer verlaten, klik dan op het VMware Player-pictogram in de taakbalk van Windows 7 en kies Exit Unity.

Nu wil je natuurlijk ook een (legacy) programma in je virtuele omgeving kunnen installeren. Eigenlijk doe je dat op dezelfde manier als in een ‘echte’ omgeving. Belangrijk evenwel is dat je VM toegang krijgt tot het externe medium waarop je het setupbestand voor dat programma hebt geplaatst: een diskette, usb-stick of cd of dvd, bijvoorbeeld. Open daarvoor opnieuw het menu Virtual Machine Settings, klik op Removable Devices, selecteer het gewenste medium en kies Connect.

Wil je de VM-sessie beëindigen, open dan opnieuw Virtual Machine en kies Power, Power Off, Reset of Suspend (deze laatste optie zet je VM als het ware in slaapstand). Een ‘warme start’ kan ook, via de optie Send Ctrl+Alt+Del – hetzelfde effect overigens als wanneer je de toetscombinatie Ctrl+Alt+Ins indrukt.

VM instellen

Het kan gebeuren dat je bijvoorbeeld bij CD/DVD (IDE) Connect hebt gekozen, maar dat je het schijfje toch niet kunt benaderen. Dat moet je dan even bijsturen in het instellingenvenster van je VM. Dat kan in principe ook wanneer de VM actief is, maar afhankelijk van welke instelling je wil aanpassen, lukt dat alleen vanuit het hoofdvenster van VMware Player (als je VM niet actief is) – dat is bijvoorbeeld zo als je de geheugentoewijziging wilt aanpassen.

In elk geval open je hiervoor Virtual Machine en kies je Virtual Machine settings. We gaan hier niet alle opties doorlopen, maar we raden je wel aan ze stuk voor stuk te bestuderen, zowel op het tabblad Hardware als bij Options. Een kleine greep uit het aanbod:

Options, Power: je bepaalt of de VM standaard in fullscreenmodus moet opstarten voor zover mogelijk;

Hardware, Hard disk: via Utilities, Expand kun je de virtuele schijf uitbreiden, mocht die – bijvoorbeeld door het installeren van allerlei externe programma’s – te klein worden;

Hardware, CD/DVD (IDE): je kunt aangeven welke stationsletter (lees: welk fysiek station) je binnen je VM wilt gebruiken;

Network Adapter: bepaal de netwerkmodus voor je VM. Standaard kiest VMware Player voor NAT. Dat houdt in dat je VM geen eigen ip-adres heeft op het externe netwerk, de VM krijgt wel een adres van de virtuele dhcp-server.

Sound Card: leg vast welke geluidskaart op de host je wilt gebruiken – dat kan met name voor games van belang zijn.

Niet onbelangrijk: heb je een fysiek apparaat nodig dat niet in de opsomming staat, dan kun je het alsnog toevoegen via Add: een wizard loodst je dan verder door het installatieproces.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten