De virtuele pc’s zijn qua hardware nagenoeg hetzelfde als die van Virtual PC 2004, maar hier wordt SCSI wel ondersteund. De SCSI schijven kunnen tot 2 terabyte per stuk worden. Het totale aantal virtuele harde schijven is met 11 stuks dan ook flink meer dan bij het kleine broertje. Het grootste verschil is echter het bedoelde gebruik en de daarbij behorende interface. In Virtual Server moet u elke virtuele pc in een webinterface aanmaken en ook via een webbrowser benaderen. Er is dus geen programma dat u kunt opstarten en afsluiten, maar het geheel draait op de achtergrond als services. Het idee is dan ook om op één server meerdere pc’s te simuleren die bijvoorbeeld werknemers op afstand als werkplek gebruiken. Aan deze werkwijze zitten behoorlijk wat voordelen (zie kader: Virtueel of fysiek?), maar voor thuisgebruik is het niet zo handig. Zeker ook omdat de installatie en configuratie niet echt gemakkelijk gemaakt zijn.

PluspuntenMinpuntenConclusie

Meer mogelijkheden dan Virtual PC 2004, maar door lastige installatie en configuratie minder geschikt voor thuisgebruikers.