Creatieve geesten die verder durven te kijken dan 'what you see is what you get', kunnen met Processing de mooiste graphics, animaties en interactieve elementen maken. Door code te schrijven!

Veel it-bedrijven en reclamebureaus maken in hun personeelsbestand onderscheid tussen technische en artistieke geesten: op de afdeling vormgeving werken meestal de 'creatieven' die fraaie ontwerpen aanleveren, die vervolgens door de 'techneuten' worden omgezet in bijvoorbeeld websites. Maar is er werkelijk zoveel verschil tussen een kunstenaar en een programmeur? Is elke programmeur een volslagen bèta die in cijfers denkt en geen oog heeft voor esthetiek? Of laat iedere kunstenaar zijn creatieve processen in de rechter hersenhelft afspelen terwijl de linkerkant er maar een beetje bijhangt? Natuurlijk niet.
Het visuele deel van menselijke hersenen reageert sterk op wiskundige patronen. We vinden ze prettig om naar te kijken. Daarvan maken veel kunstenaars, al dan niet bewust, gebruik. Denk bijvoorbeeld aan de 'gulden snede' die te berekenen is, of aan de vele geometrische patronen die al sinds jaar en dag onze leefomgeving sieren. Door gebruik te maken van computers is het eenvoudiger om dergelijke patronen en andere onderwerpen te visualiseren.

Kunst en Code

Vanaf de uitvinding werden computers dan ook gebruikt om kunst mee te maken. Dat kunst en code samen iets bijzonders kunnen opleveren, was ook een van de uitgangspunten van de 'Aesthetics + Computation Group' op het MIT Media Lab. In eerste instantie schreven ze daar, onder leiding van John Maeda, de programmeertaal DBN (Design By Numbers). Deze zeer simpele taal werd ontworpen om kunstenaars te leren programmeren. Ben Fry en Casey Reas, twee ontwikkelaars uit het DBN-team, besloten de taal en ontwikkelomgeving veel geavanceerder te maken en noemden het programma Processing.
Processing is zeer geschikt voor iedereen die zich op het raakvlak van kunst en code wil begeven. Door het schrijven van code zijn applicaties te maken met graphics, animaties en interactieve elementen. Processing bestaat uit een programmeertaal en de PDE (Processing Development Environment). Het project werd uitgebracht onder de General Public Licence (GPL). De export libraries, waarmee je de code als Java Applet kunt exporteren, vallen onder de LGPL licence. Dat betekent dat je de software vrij kunt downloaden, gebruiken en distribueren, maar dat je de code als bijdrage moet aanleveren zodra je iets verandert aan de export libraries.

Platforms

Processing is gebouwd als uitbreiding van Java, de programmeertaal die allerlei apparaten kan aansturen. Het is dan ook te installeren op zowel Mac OS, Linux als Windows, en zelfs op BSD, Irix, AmigaOS, BEOS etc, al wordt daar geen ondersteuning voor gegeven. Vanuit Processing geëxporteerde Java Applets, kunnen binnen een webbrowser getoond worden. Het is ook mogelijk om stand-alone toepassingen te maken voor Mac OS, Windows en Linux.

Programmeren

Processing wordt gebruikt door kunstenaars, hobbyisten en door softwareontwikkelaars die snel een prototype van een eindproduct willen schetsen. Door het visuele karakter is het programma ook bijzonder geschikt om te leren programmeren. De programmeertaal is relatief eenvoudig. Veel van de omslachtige zaken in Java, zoals het importeren van codebibliotheken, worden door de programmatuur gedaan tijdens het compileren van de code. Als je als programmeur met Processing begint, kun je na zeer korte tijd een eerste applicatie bouwen, bijvoorbeeld een animatie. Als niet-programmeur zul je eerst een beetje in de techniek van het coderen moeten duiken voordat je een kunstwerk kunt schrijven.
Voor Java-programmeurs bestaat ook de mogelijkheid om rechtstreeks Java-code in het Processing scriptvenster te schrijven. Omdat de code uiteindelijk als Java gecompileerd wordt, kan er ook meteen Java-code worden gebruikt. Processing kan ook geïntegreerd worden in andere Java-ontwikkelomgevingen, zodat de Processing PDE niet gebruikt hoeft te worden.
Als u het programma voor het eerst opent, ziet u een heel simpele omgeving. De PDE toont een code-editor, een messagevenster en een paar knoppen. Meer is er ook niet nodig. U kunt meteen beginnen met code schrijven in het tekstvenster. Als u eerst wilt kijken hoe de code eruit ziet, kunt u onder het menu File een sectie Examples vinden. Als u een van deze voorbeelden opent en daarna klikt op de knop Run (linksboven), dan ziet u meteen het resultaat van die code. Het scriptvenster wordt weergegeven als een schetsboekpagina. Code schrijven wordt gezien als schetsen.

Hello World

Behalve door het kijken naar de voorbeelden in de Examples-sectie, kunt u op meerdere manieren aan de slag om uzelf de code eigen te maken. Voor iedere programmeertaal geldt dat je ergens moet beginnen om hem te leren. De eerste instructie komt er meestal op neer dat u een code schrijft die 'Hello World' op het scherm tovert. Op de Processing-website vind u een voorbeeld om een 'Hello World'-applicatie te maken. Daarnaast vindt u er een aantal tutorials, voorbeelden en een code-referentietabel. Mocht u zich nog verder willen verdiepen in de code, dan zijn er verschillende websites met meer tutorials en voorbeelden. Daarnaast is er een behoorlijk aantal (Engelstalige) instructieboeken over Processing geschreven.

Alternatieven

Hoewel geen enkel programma exact hetzelfde doet als Processing, zijn er natuurlijk wel meerdere talen waarmee u animaties, graphics en interactie kunt programmeren. We noemen een paar voorbeelden:
DBN - de voorloper van Processing. Het is een nog eenvoudigere programmeertaal. DBN is daarom gemakkelijker te leren dan Processing, maar er kan minder mee. Het programma is open source en u kunt de gemaakte applicaties ook binnen een browser tonen.
SVG (Scalable Vector Graphics) - een xml-specificatie en bestandsformaat om tweedimensionale vector-graphics te beschrijven. U kunt er tekeningen mee maken die dynamisch en interactief kunnen worden, bijvoorbeeld met behulp van SMIL (Synchronized Multimedia Integration Language). Om SVG te kunnen gebruiken moet een browserplugin geïnstalleerd worden (behalve op Safari en Opera). SVG kan geen 3D weergeven.
Lingo - deze programmeertaal is geschreven voor Adobe Director. Ooit was dit dé omgeving voor ontwerpers en kunstenaars om cd-roms en webapplicaties te ontwikkelen. Doordat de Flash plugin zo populair werd op internet, is Director een beetje op de achtergrond geraakt. Lingo-code lijkt sterk op spreektaal en is daarom ook een goed startpunt om te leren programmeren. Om Director en Lingo te mogen gebruiken, moet u wel over een licentie van Adobe beschikken.
Actionscript 3 - deze programmeertaal hoorde oorspronkelijk bij het populaire Adobe Flash, maar kan inmiddels ook buiten de Flash-ontwikkelomgeving gebruikt worden om applicaties mee te vervaardigen. Wat betreft het snel weergeven van plaatjes is het krachtiger dan Processing. De taal is wat moeilijker te leren omdat deze volledig objectgeoriënteerd is. Hoewel je de Z-as (diepte) inmiddels aan kan passen, bestaat er nog geen volledige interne 3D-structuur in Actionscript 3. Daarvoor zijn overigens wel externe libraries beschikbaar.
PluspuntenMinpuntenConclusie

  • open source

  • stimuleert creativiteit

  • geschikt om te leren programmeren

  • Java-applets niet altijd goed weergegeven in iedere browser

  • summiere interface

  • je móet programmeren

Resumerend kunnen we zeggen dat Processing goed tot zijn recht komt bij het maken van datavisualisaties, prototypen en kunstwerken die op zichzelf staan. De software inspireert tot experimenteren met code en grafische elementen en levert, als opensourceprogramma, een bijdrage aan het verfraaien van de wereld. Processing heeft wél een beperkte gebruikersinterface en mensen die terugschrikken voor ingewikkelde code zullen dit programma niet waarderen. Er zijn immers andere gereedschappen op de markt, zoals Adobe Flash, waarbij het codeerwerk desgewenst achter de schermen blijft.

8,0

Ons oordeel

Pluspunten

Minpunten

Conclusie

...
Lees meer
Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten