App-ondersteuning is niet nieuw in het kantoorpakket. Ontwikkelaars konden al in Office 2013 hun eigen apps integreren. Die functie werd echter nauwelijks gebruikt door zowel gebruikers als ontwikkelaars. De nieuwe software development kit maakt het echter aantrekkelijker at te doen.

API

Office ondersteunt daarvoor apps van derde partijen. Microsoft heeft daarvoor een eigen API gebouwd waarmee ontwikkelaars aan de slag kunnen. Geheel in de stijl van Windows 10 kan die ene API worden gebruikt voor Office-apps op zowel mobiele apparaten als op de desktop.

Een groot nadeel is wel dat ontwikkelaars via die API makkelijker toegang kan krijgen tot je persoonlijke data - een heikel punt waarover Google ooit nog veel kritiek op kreeg.

Toegang tot data

Een voorbeeld dat Microsoft liet zien is dat van Uber, dat met een plugin kan zorgen dat je een reminder krijgt wanneer je een taxi moet bestellen. Een ander voorbeeld is een LinkedIn-plugin, dat met je mee kan kijken in een Excel-lijst met al je collega's en die bijvoorbeeld als vrienden kan toevoegen aan je netwerk. Je moet daarvoor de diensten echter wel toegang geven tot je contactenlijsten, je agenda, of je persoonlijke documenten. Het is maar de vraag of gebruikers dat waarderen.

Permissies

Microsoft-baas Satya Nadella snapt overigens wel dat mensen huiverig zijn door datahongerige bedrijven. Alle apps moeten daarom eerst permissie vragen aan de gebruiker. Als dat echter net zo gebeurt als bij bijvoorbeeld Google Play of Apples App Store, zullen weinig mensen daar echter actief mee bezig zijn.