Kennisgebrek breekt privacybewuste jongeren op

Jongeren blijken wel bezorgd te zijn om hun online-privacy; ze willen niet alles delen of gevolgd worden. Toch ontbreekt het in de praktijk aan actieve privacybescherming.

De perceptie is vaak dat jongeren van nu minder om privacy geven dan oudere mensen. Dit blijkt een misvatting: jongeren zijn zich wel degelijk bewust van hun online-privacy en hechten daar een flinke waarde aan. Terwijl de huidige generatie jongeren meer en vertrouwder omgaat met technologie, als onderdeel van hun dagelijks leven, betekent dat niet automatisch dat zij ook technisch beter onderlegd zijn. Kennisgebrek van technologie zorgt er - net zoals bij gemiddelde Nederlanders - voor dat de privacyzorg niet vergezeld is van actieve bescherming.

Vooruitblik op de werkvloer

Deze privacyhouding komt naar voren uit een onderzoek onder ruim 1000 Nederlandse studenten tussen 18 en 30 jaar. De bevraging is eind maart uitgevoerd door het in kinderen en jongeren gespecialiseerde  onderzoeksbureau Qrius. Opdrachtgever van dit onderzoek is securityleverancier Kaspersky Lab, die een blik wil geven op jongeren, privacy en hun verwachtingen daarvan voor hun latere werkomgeving.

De ondervraagde jongeren kregen onder meer de vraag voorgelegd hoe groot zij het risico inschatten dat mensen of bedrijven informatie van of over hun in handen krijgen zónder dat zij dat weten of willen. Het overgrote merendeel ziet dit risico als groot (54 procent) tot heel groot (36 procent). Slechts een minderheid schat dit privacyrisico klein (9 procent) of heel klein (1 procent) in. In deze percentages zijn er geen verschillen tussen mannen en vrouwen en ook niet tussen de verschillende opleidingsniveaus, meldt Qrius in het onderzoeksrapport.

Sterke wachtwoorden, maar niet wijzigen

Deze zorg leidt er ook toe dat bijna alle (94 procent) studenten het belangrijk (40 procent) tot heel belangrijk (54 procent) vinden om hun online-privacy te beschermen. Het ontbreekt vervolgens echter aan actieve maatregelen om die bescherming te realiseren. Bijna de helft (42 procent) van de ondervraagden zegt ‘niet zo actief’ of ‘helemaal niet actief’ bezig te zijn met hun eigen privacy-bescherming.

Zo gebruiken ze wel WiFi-wachtwoorden (84 procent) en sterke wachtwoorden (75 procent) en letten ze op hun instellingen op sociale media (69 procent). Daar staat tegenover dat bijna de helft (46 procent) geen verschillende wachtwoorden gebruikt voor verschillende sites of apps. Verder wijzigt slechts een kwart (24 procent) zijn of haar wachtwoorden regelmatig, en leest iets minder dan een kwart (23 procent) de privacy-voorwaarden voordat ze online gegevens doorgeven. “De studenten vinden het dus belangrijk om hun online privacy te beschermen, maar er zijn veel maatregelen die ze niet toepassen”, concludeert Qrius.

Zelf een programma installeren

Een deel van dit gebrek aan actief handelen schuilt in technische vaardigheden, waarbij ook een verschil in opleiding blijkt mee te tellen. Van de ondervraagde studenten kan eenvijfde (20 procent) niet zelf een programma installeren, en kan ruim eenderde (38 procent) niet zelf een nieuwe computer installeren.

Verder kan ruim driekwart (77 procent) zelf software programmeren en/of een computer bouwen. “Opvallend is dat de vaardigheden van MBO-studenten beduidend achterblijven bij die van HBO- of WO-studenten”, aldus het onderzoeksrapport. “Er zijn significant minder MBO-studenten die een programma of een computer kunnen installeren of die zelf kunnen programmeren en/of een computer bouwen.”

Veel werkervaring

Qrius heeft bewust de jongste leerlingen in het MBO niet meegenomen in dit onderzoek. Zij hebben namelijk nog een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt. Bijna alle (97 procent) van de ondervraagde jongeren hebben al ervaring opgedaan bij een bedrijf of andere organisatie. Zo heeft 80 procent een bijbaantje, of bijbaantje gehad. Verder heeft 19 procent een echte baan, of een echte baan gehad. En tot slot heeft 52 procent ervaring middels een stage, nu of al gehad. Deze laatste groep wordt met name gevormd door MBO- en HBO-studenten.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten