Zoals we gewend zijn van IHS, heeft dit onderzoeksbureau de iPhone 5S en iPhone 5C opengepeuterd en de onderdelen voorzien van een bijbehorende prijskaartje. De conclusie? Het kost Apple $191 om een iPhone 5S 16GB te bouwen, terwijl de iPhone 5C voor $173 in elkaar gesleuteld wordt.
Volgens IHS lijken de iPhone 5S en iPhone 5C van binnen behoorlijk veel op elkaar. Logisch, want dat maakt het voor Apple veel makkelijker om componenten in grote aantallen aan te schaffen. Het onderzoeksbureau heeft becijferd dat Apple ongeveer $191 (16GB) tot $218 (64GB) uitgeeft aan de assemblage van een iPhone 5S. Daarmee liggen de productiekosten van de iPhone 5S op vrijwel hetzelfde niveau als de iPhone 5 vorig jaar lag ($205).
Het grootste kostenplaatje is het display. De onderdelen die met het scherm te maken hebben kosten bij elkaar zo'n $41. Volgens IHS komen de schermen van verschillende fabrikanten, waaronder Sharp, Japan Display Inc. en LG Display. De rf-chip, die verantwoordelijk is voor mobiele communicatie, kost $32 en de gloednieuwe vingerafdrukscanner ongeveer $7.
De goedkopere iPhone 5C deelt veel dezelfde componenten. De prijs van deze smartphone ligt tussen de $173 (16GB) en $183 (32GB). De interne verschillen zitten hem vooral in de vingerafdrukscanner, de A7-processor en zuinigere geheugenchips. De rest van de componenten is nagenoeg gelijk.