Hoe augmented reality zijn weg naar het grote publiek vindt

Virtual reality mag dan de laatste tijd volop in het nieuws zijn, er is ook een andere technologie die op dit moment in rap tempo belangrijker wordt: augmented reality. Hoog tijd om de opkomst van de techniek onder de loep te nemen.

Augmented reality heeft veel weg van virtual reality, dat op dit moment een heel enormehype is. Er zijn veel overeenkomsten tussen de technologieën, maar in de praktijk hebben ze ook veel verschillende toepassingen. Het grootste verschil tussen AR en VR is hoe de omliggende omgeving wordt gebruikt in het creëren van de nieuwe realiteit. Lees ook: ASUS Zenfone AR - toekomstbestendige smartphone.

Waar je bij virtual reality een complete wereld opbouwt uit het niets, wordt bij augmented reality juist de bestaande omgeving gebruikt, inclusief bestaande obstakels zoals muren, tafels of ramen. 

Augmented reality kan een simpel filter op de camera-app van je telefoon zijn, maar ook een grote helm op je hoofd waarbij een complexe combinatie van sensoren en camera’s een virtueel beeld namaakt van de omgeving waarin je staat. Dat laatste doet bijvoorbeeld de HoloLens van Microsoft, een van de belangrijkste brillen van dit moment. 

Augmented reality met de HoloLens

Microsoft kondigde dat apparaat tegelijk met Windows 10 aan, al is de bril nog steeds in ontwikkeling. De HoloLens is een grote bril met twee plastic lenzen aan de voorkant. Daarover wordt een beeld geprojecteerd met twee kleine projectors. Dat betekent dat je naar de ‘echte wereld’ kunt kijken, maar daar ook andere beelden overheen kunt projecteren.

Hoe augmented reality zijn weg naar het grote publiek vindt-15825677

© CIDimport

Dat gebeurt in het geval van de HoloLens allemaal lokaal. De bril heeft geen verbinding nodig met een laptop of computer (al is dat wel mogelijk), maar rendert al het beeld zelf. Daarvoor maakt de bril gebruik van een Intel Atom-chip (32 bit). Die methode heeft wel wat beperkingen. Zo is het beeld dat je voor ogen hebt beperkt: je ziet slechts een klein vierkant vlak waarin alle modellen getoond worden die je oproept.

Interessant zijn de camera’s en sensoren aan de voorkant van de bril. Die maken zes keer per seconde een nieuw beeld van de omgeving, om te scannen waar bijvoorbeeld de muren, tafels of stoelen zijn. Dit maakt het mogelijk om een game te spelen waarin een personage ergens op zit of tegenaan leunt. Dat is anders dan met VR, waarbij je eerst de hele bank moet genereren via de computer.

De techniek achter AR

Net als virtual reality begint uitgebreide augmented reality nu eindelijk een beetje op te komen: de technologie is er eindelijk klaar voor. De technologie voor goede AR zit vooral in dure brillen zoals de eerdergenoemde HoloLens, maar ook in de Google Glass die een paar jaar geleden bekend werd - en flopte, omdat de techniek nog helemaal niet klaar was.

In de eerste plaats is er een goede camera aan de voorkant van de bril nodig waarmee de ruimte in kaart kan worden gebracht. Anno 2016 zijn cameralenzen zo goedkoop dat zelfs de goedkoopste smartphones een redelijke camera hebben, maar een paar jaar geleden was dat nog lang niet het geval. Naast camera’s hebben veel brillen ook (infrarood)sensoren nodig waarmee een driedimensionaal beeld kan worden opgebouwd van een ruimte.

Voor AR is rekenkracht en een goede accu nodig

Belangrijker dan de camera zelf is de rekenkracht die moet worden uitgevoerd om een goede rendering te kunnen maken van een ruimte. Ook cpu’s dalen ieder jaar hard in prijs, maar zelfs de Wet van Moore heeft er nog niet voor gezorgd dat processoren nu zonder meer geschikt zijn voor AR. Kijk naar de HoloLens, die nog gebruik maakt van een 32-bit Intel Atom-processor. Een dergelijke chip mag dan wel honderden keren krachtiger zijn als wat AR-ontwerper Sutherland voor ogen had, de Atom is nog niet krachtig genoeg om een constant 360-gradenbeeld te kunnen tonen.

Met al die rekenkracht is ook een goede accu nodig en hoewel die ontwikkeling in smartphones de laatste jaren een beetje lijkt te zijn gestagneerd, is het goed te merken dat moderne technologie veel langer AR-beelden kan tonen. Google Glass en de HoloLens kunnen ‘slechts’ een paar uur gebruikt worden, al is die paar uur al een grote verbetering ten opzichte van een jaar of twintig geleden.

Pokémon Go-doorbraak

De HoloLens is een duur apparaat en daardoor niet zo interessant voor het grote publiek. Dat kwam vorig jaar met AR in aanraking, toen Pokémon GO plotseling dé hype van de zomer werd. De reboot van het razend populaire spelletje werd als smartphone-app uitgebracht en werd in mum van tijd miljoenen keren gedownload. Wat volgde was een vreemd tafereel waarbij jongeren plotseling de straat op moesten om een smartphonegame te spelen.

Hoe augmented reality zijn weg naar het grote publiek vindt-16252421

© CIDimport

Pokémon GO is een goed voorbeeld van ‘gemengde realiteit’: niet compleet augmented, ook niet virtueel, maar ook niet alleen maar een tweedimensionale smartphonegame. Het spelletje zelf speelt zich af op het scherm, maar om het überhaupt te kunnen spelen, moet je fysiek naar buiten, rondlopen over straat.

De game werkt op basis van Google Maps met locatiegegevens, zodat je via gps kon rondlopen door een buurt om daar Pokémon te vangen. Bovendien wordt de camera van de smartphone gebruikt om op stoepen of in parken een virtuele Pikachu of Magikarp weer te geven, vergelijkbaar met hoe Layar ook gebruikmaakt van ‘laagjes’ over je smartphonecamerabeeld.

Pokémon GO verloor na een paar weken zijn glans en wordt nu minder gebruikt, maar de game is een goede indicatie van hoe AR op toegankelijke wijze gebruikt kan worden bij kleine spelletjes.

Praktische toepassingen

Naast smartphonegames wordt er op dit moment nog hard gezocht naar praktischere toepassingen voor augmented reality. AR gaat niet groot worden met games, hoe populair dan ook. Het gaat ook niet populair worden via wearables of smartphones. De echte toepassingen voor een geavanceerde technologie als AR begint bij industrieën die er baat bij kunnen hebben.

© PXimport

Dat is bijvoorbeeld te zien met de HoloLens van Microsoft. Die is vooral gericht op het bedrijfsleven, onder andere door zijn stevige prijskaartje van 3000 euro. En terecht. Een architectenbureau kan veel doen met een goede AR-bril. Denk maar eens aan de ontwerper die een driedimensionaal model van een gebouw kan maken, daar omheen kan lopen, kan in- en uitzoomen op kleine hoekjes of die als het ware dóór het gebouw heen kan gaan. Of denk aan de medische student die de bril kan gebruiken om een model van een skelet te bekijken, met interactieve elementen om aan te tonen hoe bloed stroomt of een specifiek orgaan werkt. 

Dat zijn geen luchtkastelen, maar huidige toepassingen waar Microsoft de HoloLens nu al voor inzet. Op het moment gaat het nog om beperkte demo’s, maar veel industrieën zijn al erg tevreden met de mogelijkheden van AR.

Opmars

Net als virtual reality is ook augmented reality hard bezig met een opmars. De twee technologieën hebben zowel overeenkomsten als verschillen. Inmiddels is de techniek ver genoeg om augmented reality interessant, relatief goedkoop en breed inzetbaar te maken. Aanvankelijk zullen vooral industrieën er veel baat bij hebben, maar als AR daar doorbreekt, kunnen we in de toekomst ook zelf aan de slag met dit soort aangepaste realiteit.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten