Het Windows-subsysteem voor Linux (WSL), dat Microsoft in de Anniversary Update van Windows 10 introduceerde, is een minimale Ubuntu-installatie, waardoor je Linux-programma's in Windows kunt draaien. Voor wie niet zo'n liefhebber is van Ubuntu, zijn er nu twee andere opties, uit de SUSE-stal: openSUSE Leap 42.2 (de versie voor thuisgebruikers) en SUSE Linux Enterprise Server 12 SP2 (voor bedrijven).

Docker userspace

Hannes Kühnemund, senior product manager bij SUSE, beschrijft op de SUSE-blog hoe je openSUSE Leap 42.2 installeert in WSL. Na installatie van het Windows-subsysteem voor Linux download je de docker userspace voor openSUSE:

wget -O openSUSE-42.2.tar.xz https://github.com/openSUSE/docker-containers-build/blob/openSUSE-42.2/docker/openSUSE-42.2.tar.xz?raw=true

Open dan de Bash-shell. Maak een directory voor het rootbestandssysteem aan:

sudo mkdir rootfs

Pak de openSUSE userspace uit:

sudo tar -C rootfs -Jxf openSUSE-42.2.tar.xz

En sluit de Bash-shell.

Nieuw rootbestandssysteem

Open dan de Opdrachtprompt en ga naar de directory met het rootbestandssysteem voor WSL:

cd %localappdata%\lxss\

Hernoem het rootbestandssysteem van Ubuntu:

rename rootfs rootfs.ubuntu

En kopieer het rootbestandssysteem van openSUSE dat je hebt uitgepakt naar deze directory (waarbij je <linux_user> vervangt door de gebruikersnaam van je Linux-gebruiker):

move .\home\<linux_user>\rootfs .\

Stel dan als standaardgebruiker voor openSUSE root in:

lxrun /setdefaultuser root

Niet officieel ondersteund

Als je nu Bash in het startmenu opstart, word je niet door Ubuntu maar door openSUSE verwelkomd. Hannes Kühnemund geeft op zijn blog nog verdere instructies als je ook het icoontje en de naam van Bash in het startmenu wilt veranderen.

Overigens biedt SUSE geen officiële ondersteuning voor zijn Linux-distributie in het Windows-subsysteem voor Linux.