De iPad mini is vooral dun: 7,2 millimeter, met een bescheiden gewicht van 308 gram. Apple geeft de schermdiagonaal op als 7,9 inch, een afronding van de werkelijke schermdiagonaal van 7,85-inch. De resolutie van 1024x768 is een bekende; dit is dezelfde resolutie als de originele iPad en de iPad 2 gebruiken. Sterker nog: wie de iPad mini openschroeft zal veel bekende iPad 2-techniek tegenkomen, zoals de processor en het aanwezige geheugen. Wel nieuw is de Lightning connector, die we al kennen van de iPhone 5 en de nieuwe iPods.

Ten opzichte van de Google Nexus 7, wat natuurlijk de grote concurrent is, valt vooral op dat Apple kiest voor een traditioneel 4:3-scherm. Google zelf houdt vast aan een 16:9-breedbeeldscherm. Apple's keuze is niet vreemd. De fabrikant wil de iPad mini vooral inzetten als boekenlezer en in het onderwijs. Voor boeken is een 4:3-scherm een veel natuurlijkere keuze. Dat Apple niet meteen met een Retina Display komt valt ook te verklaren; de iPad mini moet in eerste instantie de strijd aan met een stortvloed aan goedkope Android-tablets. Een Retina Display zou de prijs van de iPad mini veel te ver omhoog stuwen.

Goedkoop is de iPad mini sowieso niet. Dit kan nog wel eens een gevoelig puntje zijn, want Google heeft zojuist de prijsstelling van zijn Nexus 7 aangepast. Een Google Nexus 7 met 16 GB koop je voor € 200, het 32 GB-model koop je voor € 250. Dat is aanzienlijk minder dan de iPad mini. Hier is de prijsstelling als volgt:

De iPad mini is vanaf 2 november te koop (wifi-model) en Apple heeft meteen een aantal bijpassende accessoires klaarliggen, zoals de iPad mini Smart Cover, in zes verschillende kleuren.