Je had je thuisnetwerk netjes voor elkaar, maar zonder duidelijk aanwijsbare reden hapert een apparaat. Waar gaat het mis en hoe is het te verhelpen?

Wanneer je netwerk de ene keer als een zonnetje werkt en de andere dag kwakkelt, is de kans groot dat er een stoorzender is. Een wondermiddel is het niet, maar de gratis tool inSSIDer is wel een belangrijke bij het wifi-troubleshooten. Je vindt die op www.metageek.net/products/inssider.
Zodra je het tooltje – bij voorkeur op een laptop of netbook – installeert en opstart, brengt het de gedetecteerde draadloze netwerken in kaart. Is dit niet het geval, selecteer dan bovenaan je draadloze adapter en druk op Start. Via tabbladen onderaan kan je kiezen tussen signalen binnen 2.4 GHz- en 5 GHz-kanalen. Interessant is dat je in real time ook de signaalsterkte afleest, waarbij een amplitude van -40 uitstekend is en vanaf circa -80 behoorlijk hopeloos. Blijkt de ontvangst van je netwerk erg zwak, dan is de afstand tot je draadloze router of toegangspunt wellicht te groot, zijn de muren te dik of blijkt magnetron, draadloze telefoon of babyfoon te agressief.
Wanneer het mogelijk is, plaats je de router dichterbij je pc. Een drastischer alternatief is het vervangen van de standaardantenne door een krachtiger exemplaar. Of je plaatst een draadloze repeater tussen toegangspunt en pc die het signaal oppikt en versterkt doorstuurt. Is je router/toegangspunt nog van het 802.11g-type, weet dan dat je met een (eventueel dualband) 802.11n-toestel doorgaans ook een sterker signaal krijgt. Voorwaarde is wel dat ook je pc van een draadloze 802.11n-adapter is voorzien.

Tip 6: Omzeil stoorzenders als babyfoons, magnetrons en dikke muren.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten