Informatie van internet verwijderen: Hoe werkt het vergeetrecht?

Een uitspraak van het Hof van Justitie bevestigt het recht van iedere Europese burger om online vergeten te worden. Alleen gaat dit in tegen de techniek van het internet, dat nooit iets echt vergeet. Hoe werkt het vergeetrecht nu precies?

Veel mensen willen niet meer geconfronteerd worden met hun verleden. Alleen kan het lastig zijn om jezelf los te koppelen van gegevens over een oude baan, relatie of een uit de hand gelopen feest van jaren geleden. Er kan via zoekmachines al snel een privacygevoelig beeld van iemand worden verkregen aan de hand van een naam, foto, geboortedatum of zelfs IP-adres. Deze gegevens, waarmee iemands identiteit kunnen worden vastgesteld, zijn persoonsgegevens.

In de Wet bescherming persoonsgegevens staat dat iedereen het recht heeft om zijn persoonsgegevens in te zien, aan te vullen, te verbeteren, af te laten schermen of te laten verwijderen. Dit laatste recht, ook wel ‘het recht om vergeten te worden’, lijkt nieuw, maar bestaat al veel langer. Het werd alleen niet vaak ingezet.

Daar kwam verandering in dankzij een rechtszaak in 2014. Vastgoedondernemer Costejo González wilde dat Google Spanje zoekresultaten over zijn oude schulden uit privacyoverwegingen zou verwijderen. Google weigerde mee te werken, waarna Costejo naar de rechter stapte. 

Het Hof van Justitie van de Europese Unie bepaalde dat het privacybelang van Costejo zwaar meetelde, omdat met zoekresultaten een zeer gedetailleerd beeld van hem kon worden samengesteld. Dit woog op tegen de economische belangen van Google. In het geval van Costejo stond ook het publieke belang op informatie de beslissing niet in de weg, want het ging om verouderde gegevens. Met deze uitspraak kwam het vergeetrecht op de kaart.

Google en het vergeetrecht

Via het recht om vergeten te worden kunnen onjuiste of verouderde gegevens worden verwijderd uit archieven. Als een vergeetverzoek wordt toegewezen door een zoekmachine, kun je ook wel spreken over ‘het recht om moeilijker vindbaar te zijn via internet’. Alleen de hyperlink naar een bron wordt weggehaald, niet de bron zelf. Bedrijven moeten openheid geven over het aantal vergeetverzoeken en de toewijzingscriteria.

Zo staat op de website van Google een transparantierapport dat dagelijks wordt bijgewerkt. In totaal zijn er bij de zoekmachine zo’n 442.660 vergeetverzoeken ingediend, waarvan zo’n 43 procent is toegewezen. Daarbij zijn er in totaal 1.550.586 url’s door Google onderzocht. Google gebruikt bij de beoordeling van vergeetverzoeken richtlijnen die zijn opgesteld door de Artikel 29 Werkgroep, een onafhankelijk adviesorgaan van de Europese privacytoezichthouders.

Inmiddels heeft de Rotterdamse rechtbank al een uitspraak gedaan over een geweigerd vergeetverzoek van Google Nederland. Google had volgens de rechter de vergeetcriteria beter moeten toepassen en gegevens over een advocaat die was veroordeeld vanwege wapenbezit, moeten verwijderen.

© PXimport

Vergeetverzoek indienen

Om zelf een vergeetverzoek in te dienen moet een kopie van een identiteitsbewijs worden meegezonden. Daarbij kan het BSN of een foto gewoon worden afgeschermd, zolang de ontvanger je identiteit maar met zekerheid kan vaststellen. Het proces om een vergeetverzoek in te dienen is best complex. Er zijn tools beschikbaar zoals Forget.me om het versturen van een vergeetverzoek makkelijker te maken. Het is verstandig om het privacybeleid en de betrouwbaarheid van dit soort partijen te controleren. 

Een bedrijf moet binnen vier weken reageren op een vergeetverzoek. Bij een afwijzing van het verzoek moet de reden van afwijzing altijd goed worden onderbouwd. Het kan zijn dat iemand een verzoek indient om gegevens over een overleden persoon te laten verwijderen. Dit verzoek mag alleen in behandeling worden genomen als het privacybelang van de nabestaande zelf wordt geraakt als gevolg van de publicatie.

Uitzonderingen

Het is mogelijk dat bepaalde gegevens niet meer relevant zijn, maar toch moeten worden bewaard voor de belastingdienst of vanwege een andere wettelijke bewaarverplichting. Organisaties zoals de Kamer van Koophandel moeten persoonsgegevens van bestuurders publiceren en registers in stand houden. Dit kan botsen met privébelangen, bijvoorbeeld van personen die ooit failliet zijn gegaan. 

Het kan zijn dat bepaalde gegevens bewaard móeten blijven

Recent is er in Italië een poging gedaan om een naam uit het register van de Italiaanse Kamer van Koophandel te laten verwijderen. Een bestuurder van een bouwbedrijf wilde een faillissement uit 1992 uit de registers laten halen. Hij eiste daarbij meteen een schadevergoeding die in eerste instantie ook werd toegewezen. Toen de KvK in cassatie ging, oordeelde de cassatierechter dat de gegevens over het faillissement moesten blijven staan vanwege het belang van rechtszekerheid: partijen moeten kunnen opzoeken met welke bedrijven en bestuurders ze zaken hebben gedaan.

Vergeetrecht in Europa en Amerika

Europese landen hebben twee jaar de tijd om de recent aangenomen Europese Privacyverordening in te voeren. Naar verwachting zal het vergeetrecht dankzij deze nieuwe wet worden versterkt. Waar je nu bij bedrijven en zoekmachines moet aantonen dat je een belang hebt te worden vergeten, zal die bewijslast worden omgedraaid: bedrijven moeten aantonen waarom jouw gegevens moeten blijven staan. Verder krijgen bedrijven niet alleen de plicht bepaalde gegevens op verzoek te verwijderen, ze moeten zich ook inspannen om gegevens die bij andere partijen zijn beland weg te halen. 

Organisaties doen er daarom goed aan om hun systemen nu al aan te passen aan het recht om te worden vergeten. Als ze gegevens niet goed kunnen verwijderen, kan een boete worden opgelegd door de Autoriteit Persoonsgegevens. De Privacyverordening brengt ook een verplichting tot dataminimalisatie met zich mee, waarbij bedrijven op voorhand al zo min mogelijk persoonsgegevens mogen bewaren.

In de Verenigde Staten kijkt men er heel anders tegenaan

In de Verenigde Staten heerst een heel andere gedachte ten opzichte van het recht om te worden vergeten. Zo moeten gegevens van veroordeelden juist zo veel mogelijk beschikbaar zijn voor iedereen op grond van het eerste amendement van de Amerikaanse Grondwet. De vrijheid van meningsuiting, waaronder het recht op informatie valt, wordt in de praktijk goed beschermd in het vrije Amerika. Zo werd een vergeetverzoek in Amerika van twee moordenaars die met hun volledige naam op de Wikipedia-pagina van hun slachtoffer staan, afgewezen.

In de Verenigde Staten worden dankzij nieuwe technologische ontwikkelingen gegevens van veroordeelden steeds intensiever gebruikt. Er zijn websites en apps beschikbaar waarmee criminelen makkelijker kunnen worden gespot in het dagelijks leven. Zo bestond tot voor kort de website CreepShield; daarop kon je een foto van je online date uploaden, waarna de software het profiel door een databank aan gezichtsprofielen van zedendelinquenten haalde voor een mogelijke match.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten