Google Analytics-tips: Meten is weten

Leren wie je bezoekers zijn, waar ze vandaan komen en welke content populair is... als je een succesvolle site wil draaien, kom je daar niet onderuit. Met deze Google Analytics-tips kom je een heel eind.

Google Analytics is veruit de populairste tool voor bezoekersanalyse: ruim de helft van alle websites en blogs maakt er gebruik van. Niet alleen omdat het gratis is: de tool is ook erg robuust en uitgebreid. Weliswaar geeft de log van de webserver ook veel informatie (bijvoorbeeld via AWStats of Webalizer) maar dat blijft vrij statisch. Analytics geeft veel meer details, werkt realtime en is ook aan andere diensten zoals Adwords te koppelen.

De enorme portie meetgegevens is zeker voor beginners wel wat lastig te behappen. Ook als je al ervaring hebt met de tool is het goed je kennis op te frissen. Aan de gebruikersinterface is flink gesleuteld en er komen steeds meer features bij. Ook de mobiele app is sterk verbeterd: hiermee zit je bovenop de statistieken en krijg je goede suggesties voor verbeterpunten. In dit artikel brengen we je kennis stap voor stap op niveau. We beginnen bij de basis, de integratie met je website, maar laten ook zien hoe je uitgebreidere features kunt benutten.

Aanmelden voor Analytics

We beginnen met het maken van een account. Zorg dat je bent ingelogd met je Google-account (die is vereist!) en ga naar de site van Analytics. Klik dan op Aanmelden om je Google Analytics-account te maken. Onder een enkel Google-account mag je 100 Analytics-accounts hebben. Heb je nog geen website of wil je vrijuit experimenteren met de features van Google Analytics? Dan zou je ook een demo-account kunnen gebruiken. Bij accountnaam en websitenaam voer je gewoon de naam van je website of blog in. Voer ook de overige details in zoals de url van de website en best passende branchecategorie. Kies de juiste tijdzone zodat de rapporten iedere ochtend voor je klaarstaan. Klik als je alles hebt ingevuld op Tracking-ID ophalen en je kunt gaan meten.

De basis

Gelijk even wat belangrijke termen. Bezoekers heten tegenwoordig gebruikers. En in plaats van bezoeken spreekt Analytics over sessies. Een sessie is afgerond als een bezoeker binnen 30 minuten (bij de standaard time-out) zijn browser afsluit, de website verlaat of geen actie meer onderneemt (bijvoorbeeld omdat hij achter zijn toetsenbord in slaap is gevallen). Interessante gegevens zijn bijvoorbeeld de gemiddelde sessieduur en het aantal pagina’s dat een gebruiker per sessie bekijkt.

Iemand die overschakelt op een andere browser of ander apparaat wordt trouwens ook als nieuwe gebruiker geteld. Dat geeft een vertekend beeld nu veel gebruikers moeiteloos overschakelen van smartphone naar tablet of desktop. Met de meetmethode Universal Analytics die tegenwoordig de standaard is, kun je dit voor ingelogde gebruikers overigens afvangen. Dat zal later in deze masterclass aan bod komen.

Google Analytics kent een hiërarchische structuur met drie niveaus: account, properties en weergaven. Onder een account kunnen tot 50 properties hangen die elk uit een of meerdere (tot 25) weergaven kunnen bestaan. Hoe gebruik je ze zinvol? Na je aanmelding heb je feitelijk al een Google Analytics-account met binnen dat account een eerste property. Die property heeft een hoofdweergave die alle websitegegevens toont, en heeft zijn eigen Universal Analytics-trackingcode.

Genoeg om mee te starten, maar wat doe je als je meerdere websites wilt meten? In principe is dat ene account genoeg, tenzij je bijvoorbeeld persoonlijke websites van bedrijfswebsites wilt scheiden. Binnen je account maak je een property voor iedere website. Wat het beheer iets makkelijker maakt, is dat je een property kunt verplaatsen naar een ander account.

Hoewel we er in dit arikel niet op ingaan, kun je naast de hoofdweergave ook extra weergaven maken die (via filters) delen van de website bevatten of uitsluiten. Handig als je bijvoorbeeld een forum apart wilt meten of je eigen bezoek uit rapporten wilt filteren. Goed om te weten is dat je altijd (een deel van) het beheer uit handen kunt geven: zowel voor een account, property als weergave kun je toegangsrechten regelen.

Google Analytics-tips

© PXimport

Tracking-info en User ID

Voordat je de trackingcode gaat gebruiken, is het goed om even stil te staan bij de andere onderdelen onder het kopje Trackinginfo. Zo kun je bij Sessie-instellingen de time-out langer maken. Heb je een blog met lange artikelen of lange video’s? Dan is het misschien handig de time-out ook wat langer te maken. Heb je een website, shop of forum waar gebruikers kunnen (of moeten) inloggen? Dan zou je het gebruik van een User ID kunnen aanzetten. Daarmee kunnen gebruikers over meerdere apparaten worden gevolgd zodat ze als één gebruiker worden geteld.

User ID is alleen beschikbaar in de nieuwere Universal Analytics-meetmethode, die al sinds enkele jaren de standaard is. Met de oude/‘klassieke’ Google Analytics kun je hier geen gebruik van maken, je moet dan dus over naar Universal Analytics.

Het gebruik van een User ID geeft een eerlijker beeld van bijvoorbeeld conversies, bijvoorbeeld bij een gebruiker die een product op zijn smartphone bekijkt en daarna vanaf een desktop de bestelling voltooit. Ook kun je dergelijk verkeer in rapporten onderscheiden van het ‘gewone’ verkeer. Een User ID moet je dynamisch aan de trackingcode toevoegen en vraagt zodoende ook wat aanpassingen binnen je cms.

Gegevensverzameling

Remarketing kan interessant zijn als je zelf ook adverteert, op de website zelf of op andere plekken. Je kunt dit onder het kopje Gegevensverzameling aanzetten. Het geeft je de kans gericht te adverteren op bezoekers die in het verleden bijvoorbeeld een bepaalde pagina hebben bekeken of een product in de winkelwagen hebben geplaatst. Voor dit soort condities kun je in Google Analytics remarketing-lijsten maken. Denk aan een lijst voor iedereen die langer dan één minuut op een bepaalde productpagina verblijft.

Die bezoeker kun je, bij een terugkerend bezoek, proberen te overtuigen met een mooie korting. Je kunt ook een koppeling met Google Adwords maken zodat je de remarketing-lijsten in Adwords kunt gebruiken voor advertentiecampagnes: een mooie manier om verloren bezoekers via andere websites terug te halen. Om remarketing te gebruiken, is een kleine wijziging in de trackingcode nodig.

Maar ook je privacybeleid en cookie-statement op je website moet je mogelijk aanpassen. We gaan hier niet verder in op mogelijkheden rond adverteren, maar het geeft een idee hoe je de uitgebreide meetgegevens kunt inzetten om effectiever te adverteren.

Wordpress

Tijd om de trackingcode in de website op te nemen. De code bestaat uit enkele regels JavaScript die je aan iedere (te meten) webpagina moet toevoegen. De JavaScript-bibliotheek wordt asynchroon geladen, waardoor geen content wordt geblokkeerd. Daarom kan de code prima in de header, net voor de afsluitende </head>. Dat is de aanbevolen plek. Onder aan de pagina kan ook, maar dan bestaat de kans dat de bezoeker niet wordt geteld als de pagina niet volledig wordt geladen. Overigens wordt de code ook om andere redenen soms niet uitgevoerd, bijvoorbeeld als de bezoeker cookies of advertenties blokkeert. Gebruik je een site-template, dan is de code snel geplaatst. Bij WordPress is een plug-in vaak de handigste methode.

Google Analytics-tips

© PXimport

Bij WordPress kun je bij een thema soms via het menu extra programmacode voor de header opgeven. Lukt dat niet, dan zou je een thema eventueel handmatig kunnen aanpassen. De code zet je dan in de header.php. Doe dat dan wel via een child theme (een kopie van het parent theme) en niet in het parent theme zelf, anders ben je bij een update van het thema de aanpassing kwijt. Veel praktischer is het gebruik van een plug-in zoals GA Google Analytics.

Een plug-in vraagt meestal alleen om de Tracking-ID, en zet de trackingcode zelf op iedere pagina op de juiste plek. Sommige plug-ins, zoals Google Analytics Dashboard voor WP, maken tevens de belangrijkste meetgegevens binnen WordPress zichtbaar.

Rapporten en doelgroepen

Nadat Google Analytics een tijdje heeft gedraaid, zijn er flink wat gegevens beschikbaar die je via diverse rapporten kunt bekijken. Je vindt ze via de menubalk aan de linkerkant, verdeeld over rubrieken. In de rubriek Realtime zie je bijvoorbeeld wat er op dit moment op je site gebeurt. Bij Doelgroep vind je algemene statistieken over bijvoorbeeld gebruikers, sessies en demografie.

Onder Acquisitie kun je bijvoorbeeld zien hoe bezoekers op je site zijn gekomen, denk aan zoekopdrachten in Google of links op andere websites. Gedrag vertelt hoe bezoekers door je website klikken. Onder Conversies kun je meetbare doelen instellen. Zo kun je bijhouden hoe vaak bezoekers bijvoorbeeld een brochure aanvragen. We zullen enkele rubrieken verder verkennen.

Als voorbeeld nemen we het rapport Overzicht in de rubriek Doelgroep. Hier zie je zaken als aantal sessies, paginaweergaven, gemiddelde sessieduur en pagina’s per sessie. Standaard worden de laatste dertig dagen getoond. Rechtsboven kun je die periode aanpassen.

Ook kun je een vergelijking met een andere periode maken, zoals de voorgaande maand. Zo zie je of bijvoorbeeld een aangepaste layout voor langere sessies zorgt. De rapporten omvatten standaard alle gebruikers. Maar zoals voor ieder rapport geldt, kun je via segmenten handig onderscheid maken tussen bepaalde gebruikers, bijvoorbeeld nieuwe en terugkerende bezoekers of bezoekers vanaf mobiel.

Google Analytics-tips

© PXimport

Segmenten en dashboards

Segmenten zijn handig om verkeer te splitsen. Wil je bezoek vanaf mobiel en tablet apart bekijken? Klik dan bovenaan in je rapport op Segment toevoegen en dan Mobiel en tabletverkeer gevolgd door Toepassen. In het rapport zie je nu direct de verschillen tussen het ‘gewone’ verkeer en verkeer vanaf smartphone en tablet. Je kunt ook aangepaste segmenten maken met zeer specifieke regels. Voor meertalige websites kan dit ook van pas komen, al zijn daar ook andere manieren voor.

Zo zou je per taal een andere property kunnen gebruiken, maar ook binnen één property een aparte weergave per taal kunnen maken met een aangepast filter per weergave (zoals /nl/ en /en/). Het gebruik van segmenten geeft het voordeel dat je metingen van verschillende talen binnen je rapportages kunt vergelijken. Dat lukt niet als je ze in verschillende properties of weergaven hebt opgesplitst.

De standaardrapporten zijn al erg krachtig, maar je kunt ze ook zelf maken. We noemen ze dashboards en je zet er, via widgets, precies de informatie in die je zoekt. Sinds de interfacewijziging vind je dashboards in de rubriek Aanpassing. Klik hier op Dashboards en dan Maken. Zorg dat Leeg canvas is geselecteerd en voer een naam in. Hierna kun je direct een widget toevoegen.

Je kunt tot twaalf widgets aan je dashboard toevoegen. Heb je inspiratie nodig? Bij het maken van een dashboard zie je ook de optie Importeren uit galerij waarmee je kant-en-klare dashboards kunt downloaden die veelal een bepaald thema volgen, zoals seo, websiteprestaties of AdWords-prestaties. Je hebt dan meteen alle belangrijke meetgegevens bij elkaar rond dat onderwerp.

Wat kun je met de informatie?

De metingen zijn leuk, maar veel belangrijker is dat je er ook echt wat mee doet. Is het bounce-percentage hoog, dan hebben gebruikers wellicht niet gevonden wat ze zochten. Heb je een lang blogartikel geplaatst waar bezoekers maar heel kort naar kijken, dan lijkt het verstandig dit flink in te korten.

Zoeken mensen binnen jouw site op een bepaalde term? Dan kun je daar wat meer over schrijven. Bekijken mensen maar weinig pagina’s per sessie? Bij een blog kun je ze wellicht verleiden meer te bekijken door onder je artikel gerelateerde artikelen te laten zien. Schrijft niemand zich in voor je nieuwsbrief? Dan verdient die button wellicht een betere positie op je website.

Worden de gemiddelde laadtijden van pagina’s te lang? Het kan duiden op technische problemen of overbelasting. Het zijn maar een paar voorbeelden. Maar de belangrijkste hebben we nog niet genoemd: zoekmachineoptimalisatie, ofwel SEO.

SEO

Meetgegevens kunnen je helpen om de vindbaarheid van de website te verbeteren. Het onderdeel Acquisitie / Search Console / Zoekopdrachten is een goed startpunt. Eerst zul je een website moeten koppelen. Klik daarvoor op Search Console-gegevens delen. In Beheer bij Property-instellingen, moet je bij Search Console aanpassen nog de bijbehorende website kiezen. Staat de website niet in de selectielijst dan moet je die eerst toevoegen.

Ga je nu terug naar Zoekopdrachten, dan kun je onderzoeken op welke termen mensen binnenkomen. Belangrijk is Gemiddelde positie dat inzicht geeft in de ranking van je website voor zoekopdrachten. Je hebt eigenlijk alleen goede kansen als jouw website bij de bovenste zoekresultaten opduikt.

De sub-rubriek Sociaal is interessant als je veel op sociale media post (zoals Facebook, Twitter, reddit of Quora). Zo leer je ook hoe je het bezoek kunt optimaliseren en waar je de focus moet leggen.

Google Analytics-tips

© PXimport

Veel succes en plezier met je website!

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten