Exif en Xmp: Zo werkt foto-metadata

Voor wie zijn uitgebreide fotocollectie snel doorzoekbaar wil maken, zit er weinig anders op dan die doordacht te labelen. Foto-metadate staat daaraan ten grondslag. Maar hoe werkt dit precies, en waarvoor staan termen als exif en xmp?

Zo’n beetje de enige manier om orde te krijgen in grote fotocollecties was jaren terug het logisch opdelen in submappen, waarbij elke mapnaam gelieerd was aan het tijdstip of het thema van de foto’s. Aangezien voor elke foto wel verschillende thema’s te bedenken waren – denk aan reis, vakantie, strand, zee, zon et cetera – werd deze ‘filing’-aanpak al snel problematisch: (een kopie van) elke foto in verschillende mappen dan maar?

Een andere methode drong zich zodoende op. De fysieke locatie van de foto’s was niet langer van belang en ‘piling’ (lukraak stapelen) werd prima aanvaardbaar, zolang je de foto’s maar de juiste labels of tags meegaf en je fotobeheertool in een degelijke zoekfunctie voorzag.

Daar werden in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks voor ontwikkeld, maar die bleken niet altijd even goed gestandaardiseerd of universeel aanvaard, wat ervoor zorgde dat tags die door de ene tool werden aangebracht niet uitwisselbaar waren met die van een andere, of die zelfs zonder meer overschreven of onbruikbaar maakten. Deze ietwat hobbelige evolutie laat tot op vandaag zijn sporen na.

Exif - Exchangeable image file format

Exif, wat staat voor exchangeable image file format, is het eerste metadata-framework dat min of meer tot een standaard wist uit te groeien. Het werd al in 1995 ontwikkeld door Japan Electronics Industries Development. Nagenoeg alle digitale fototoestellen, evenals apparaten als smartphones en scanners, leggen automatisch deze exif-metadata vast in de header van het beeldbestand zelf.

Typische gegevens zijn de datum en de tijd van de opname, het type en merk van de camera, en instellingen als de belichtingstijd, brandpuntsafstand, diafragmawaarde et cetera.

Deze metadata zijn echter niet strikt gestandaardiseerd, zodat in principe elke cameraproducent eigen data kon toevoegen – de Makernote-tag werd precies daarvoor in het leven geroepen. Sommige producenten doen dat bovendien op een propriëtaire manier die lastig uit te lezen valt door niet product-specifieke software.

De opbouw van deze metadata, gebaseerd op offset pointers, is bovendien nogal chaotisch, met als gevolg dat sommige programma’s kunnen beschadigen bij het opnieuw bewaren. Verder is exif eigenlijk beperkt tot jpeg en tiff, en is er geen voorziening voor raw-bestanden. Aan dit laatste manco werd weliswaar door de meeste fabrikanten tegemoetgekomen, maar wederom ieder op zijn eigen manier.

foto-metadata

© PXimport

Iptc-iim - International Press Telecommunications Council

Er zijn weliswaar heel wat tools waarmee je de exif-metadata kunt aanpassen, maar exif is in de eerste plaats bedoeld om door de apparaten zelf te worden opgeslagen. Om ook gebruikers vlot metadata toe te laten voegen, werd in het laatste decennium van de vorige eeuw het iptc-iim-schema ontworpen (International Press Telecommunications Council, gebaseerd op het Information Interchange Model). Dit was in eerste instantie bedoeld om professionele fotografen metadata als copyright, locatie en beschrijving aan hun foto’s te laten koppelen.

Adobe pikte dit iim-formaat op en ontwikkelde een methode om deze metadata in de headers van jpeg-, tiff- en psd-bestanden in te bedden: de zogenoemde iptc-headers. De implementatie hiervan gebeurde echter op een nogal eigenzinnige manier, zodat andere producenten voor eigen uitbreidingen zorgden, met een verwarrende terminologie in de headers tot gevolg.

foto-metadata

© PXimport

Xmp - Extensible metadata platform

In 2001 bracht Adobe echter ook een eigen metadata-framework uit, gebaseerd op rdf/xml: xmp (extensible metadata platform). Dit framework, dat inmiddels tot een iso-standaard is uitgegroeid, voorzag ook richtlijnen om xmp-informatie op zo’n manier in populaire beeldformaten als jpeg in te bedden dat ook applicaties die xmp níét ondersteunen er toch mee overweg kunnen.

Intussen werden ook de schema’s iptc core en iptc extension ontwikkeld, die samen de basis vormen van de Iptc Photo Metadata Standard. Deze implementatie maakt gebruik van Adobe’s xmp-technologie en vervangt in feite het stilaan uitgefaseerde iptc-iim-formaat. In de praktijk komt het erop neer dat compatibele programma’s bij het updaten van metadata automatisch het volledige iptc-iim-blok zullen inlezen en herschrijven naar het xmp-formaat, een proces dat voor de gebruiker in principe transparant blijft.

Deze Iptc Photo Metadata Standard is intussen aan versie 2071.1 toe (met iptc core 1.2 en iptc extension 1.4 als basis).

foto-metadata

© PXimport

Consistentie

Allemaal behoorlijk complex dus, en dat is jammer genoeg ook nu nog te merken aan de verschillende manieren waarop foto-applicaties met deze metadata omspringen. Dat wordt pijnlijk duidelijk wanneer we bijvoorbeeld nagaan waar zulke applicaties de (iptc-)metadata in het fotobestand bewaren: dat kan in de ‘old school’ iptc/iim-headers zijn, maar ook in het Adobe xmp-blok, elders in het fotobestand.

Als het goed is houdt de applicatie de metadata in beide formaten (iptc/iim én xmp) netjes synchroon, maar het kan ook gebeuren dat de aanpassing van de metadata slechts op één plaats in het bestand wordt doorgevoerd. Daar komt bij dat er een paar iptc-achtige velden in de exif-header beschikbaar zijn, zoals de ImageDescription- en de Artist-tag, en niet alle applicaties schrijven een ingevulde titel of auteursnaam ook netjes naar deze exif-velden.

Tools voor aanpassen metadata

Wanneer je zo’n bestand in een of andere fotobeheertool opent, valt het dus nog af te wachten welke informatie (exif, iptc/iim of xmp) precies wordt uitgelezen. Wat het schrijven van metadata betreft, hanteren de meeste applicaties de botte bijl en overschrijven ze vaak niet-gesynchroniseerde data. Sommige toepassingen daarentegen laten je kiezen welke metadata (iptc/iim of xmp) je precies wilt overschrijven, zoals Photo Mechanic, of laten je de keuze tussen het inbedden van data en het opslaan in een afzonderlijke xmp ‘sidecar’-bestand.

Het ziet er alvast naar uit dat op langere termijn (de Iptc Photo Meta Standard met) xmp het pleit zal winnen, dus je doet er goed aan met een fotobeheertool aan de slag te gaan die zulke metadata fatsoenlijk kan verwerken, zowel bij het inlezen als bij het opslaan. Bekende programma’s die deze schema’s alvast ondersteunen zijn onder meer ACDSee Pro 10, Adobe Photoshop CC 2017 en Lightroom CC 2015.8, DigiKam 45.0, ExifTool 10.46, Photo Mechanic 5 en XnView MP 0.84.

De beste aanpak is wellicht dat je zo veel mogelijk binnen eenzelfde workflow blijft. Dat wil zeggen dat je tools gebruikt, eventueel afkomstig van dezelfde makers, die op elkaar zijn afgestemd, en dat je bij twijfel de diverse metadata even controleert met een gratis tool als XnView MP.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten