Een week met de Raspberry Pi 3 als computer: dag 7

De proef is voorbij. Na een week lang een Raspberry Pi 3 als hoofdcomputer te hebben gebruikt, mogen we na vandaag eindelijk weer fulltime terugschakelen naar mijn MacBook en Windows-pc. Dat we de week hebben overleefd zonder ergens te worden ontslagen, bewijst dat het wel mogelijk is om op een Pi je dagelijkse bezigheden te doen. Toch zijn er een paar kanttekeningen die we zo op het einde nog willen maken.

Het zal je als lezer van deze test vast zijn opgevallen: hoewel zo'n week prima te doen is, moet je wel bereid zijn om flink wat in te leveren om op een Pi te overleven. Als we zo terugkijken op de afgelopen zeven dagen, denken we vooral het volgende te hebben geleerd: 

  • Je moet gericht aan het werk op een Pi 3. Teveel programma's tegelijk openzetten zorgt ervoor dat alles zeer traag loopt, iets dat je koste wat kost moet voorkomen. Start alleen wat je absoluut nodig hebt en houd randprogramma's zoveel mogelijk gesloten.

  • Hoe grafischer een programma, hoe zwaarder de Pi het heeft. Wil je deze knutselcomputer tot het uiterste drijven, dan moet je er een 3D-game zoals Minecraft op draaien. 

  • Voor specifieke taken kun je het beste specifieke besturingssystemen installeren. Wil je films kijken? Koop een tweede microSD-kaart en zet er een mediaspeler op. Oude games spelen? Installeer op een extra kaartje Retropie. 

  • Bij simpele taken verbinden we het liefst draadloos met de Pi via SSH. Zo kun je vanuit de command-line acties uitvoeren, zonder dat je een toetsenbord en beeldscherm hoeft te verbinden. Met VNC kun je zelfs het beeld zien, maar heel handig is dat niet. 

Zouden we iemand aanraden om fulltime op de Pi over te stappen? Nee, of tenminste niet zomaar. Het idee van een kleine computer voor een paar tientjes is aanlokkelijk, maar er zijn teveel dingen om rekening mee te houden die je leven moeilijker maken. Na een week verlangden wij terug naar de mogelijkheid om meer dan drie tabbladen in een browser te openen zoner dat de boel vastliep. Dat is hoe we in 2016 computers gebruiken, maar wat onmogelijk is met de Pi. 

Heb je een zodanig klein budget dat een Pi je enige optie is? Dan kun je hier wel basisdingen op doen zoals bijvoorbeeld internetten en tekstverwerker. We begrijpen na deze week maar al te goed waarom de Raspberry Pi zoveel potentie heeft in bijvoorbeeld derdewereldlanden. Daar hebben ze een basissysteem voor 35 euro, dat in theorie door een volledig dorp gedeeld kan worden. 

Wij zouden zelf iets meer geld investeren in een computer. Een Pi met de juiste behuizing, adapter en microSD-kaart kost je eigenlijk 70 euro - en voor 100 of 200 meer heb je een Chromebook waar je ook basisdingen op kunt doen. En die Chromebook is toch een stuk krachtiger dan deze mini-PC.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten