Je krijgt niet meteen het idee dat BenQ thuishoort in het rijtje Canon, Nikon, Sony en consorten, want de G1 is enorm rechthoekig en het plastic voelt licht en goedkoop aan – erg Aziatisch dus. Toch zijn eerste indrukken niet alles. BenQ heeft daadwerkelijk zijn best gedaan om zo veel mogelijk techniek in de behuizing te stoppen, zoals een 4,6-voudige zoomlens met een diafragma van f1,8 in het groothoekbereik. Dat is iets waar concurrenten in dit prijssegment nog een puntje aan kunnen zuigen en zorgt ervoor dat je de G1 ook bij matige lichtomstandigheden prima zonder flitser kunt gebruiken. Ook prettig is het draaibare, kantelbare 3 inch-scherm dat met een resolutie van 920.000 pixels haarscherpe beelden oplevert.
De bediening is redelijk te noemen. We vinden het vooral vervelend dat je nergens fatsoenlijk je duim kunt leggen; op de normale plek hiervoor zit een scrollwieltje. Verder zijn alle noodzakelijke bedieningstoetsen aanwezig, zoals een opnametoets voor video, een menutoets, een vierwegstoets voor bediening van het menu en een speciale Q-toets. Deze laatste lijkt aanvankelijk geen nut te hebben. Pas wanneer je in de menu’s graaft, kom je erachter dat je hier een snelkoppeling aan toe kunt wijzen. Het menu zelf is lelijk, maar functioneel.
Wat betreft beeldkwaliteit scoort BenQ boven onze verwachtingen. Foto’s bij daglicht zijn helder en gedetailleerd, met realistische kleuren. In situaties waar de camera voor hogere iso-waarden kiest (boven 1600), zien we wel aanzienlijk meer ruis terug in de foto’s. Dankzij de f1,8-lens kiest de camera gelukkig niet zo snel voor deze hoge iso-waarden. Verder heeft BenQ een aantal “artfilters”, waarvan we alleen de hdr-stand interessant vinden; het toepassen van een filter duurt enkele seconden. Filmen doet de camera in 1080p; de videokwaliteit is prima, zolang je geen gebruikmaakt van de zoomknop, want de zoomgeluiden komen duidelijk hoorbaar op het geluidsspoor te staan.