Yahoo: De turbulente geschiedenis van een bedrijf zonder identiteit

In Nederland is Yahoo! nooit echt groot geworden, maar het Amerikaanse bedrijf was in de eerste dotcom-boom een gigantische naam op internet. Op zijn hoogtepunt was het bedrijf niet minder dan 100 miljard waard. Het is daarom dan ook pijnlijk dat de internetgigant voor een schamele 5 miljard is overgenomen door Verizon. Hoe kon zo'n groot bedrijf zo van zijn voetstuk vallen?

Het grondwerk van Yahoo zag het levenslicht al in 1994, toen oprichters Jerry Yang en David Filo een website oprichtten met de naam 'Jerry's Guide To The World Wide Web'. Het was een portal naar andere websites waarop de twee Stanford-studenten cureerden wat de interessantste websites van het web waren.
 

Goede start

In die beginjaren van het internet was curatie van websites nog een belangrijk én onontgonnen terrein. Zoekmachines stonden nog in de kinderschoenen, en er waren nog geen miljarden websites die dagelijks nieuws rondpompten. Het vinden van de écht interessante websites was lastig. Yahoo werd al snel één van de populairste websites van het web, vooral in Amerika.
 

Investeringen

Het was tegelijkertijd de perfecte tijd voor Yahoo om te groeien. Laat in de jaren 90 waren investeerders nog lovend over de mogelijkheden van internet, wat zich uitte in flink geldstromen naar startups die advertenties kochten op Yahoos portal. Omdat Yahoo de grootste was en daarmee het meeste verkeer haalde, stegen de advertentie-inkomsten van de website enorm.
 

Overname van GeoCities

GeoCities was Yahoo's eerste uitstapje naar sociale media

Door die stijgende advertentie-inkomsten kon Yahoo overnames gaan doen, wat een belangrijke reden is van hoe het bedrijf in waarde daalden. In 1999 werd de eerste écht grote overname gedaan: GeoCities. Het kopen van de webhoster was Yahoo's eerste poging het bedrijf diverser te maken, en van een portaal naar een breedgeoriënteerde internetgigant te gaan. Er werd 3,6 miljard dollar door GeoCities neergelegd, destijds al veel meer dan verwacht.
 

Sociale media

GeoCities was ook Yahoo's eerste uitstapje naar sociale media, een tak van het internet waar toen al veel van verwacht werd. Het leek een slimme keus, want GeoCities was op dit moment de vijfde meest bezochte site van het hele internet. Maar wát er nu precies moest gebeuren met GeoCities, dat was Yahoo zelf ook niet duidelijk.

De overname bleek weinig succesvol. Gebruikers stapten massaal op na het bericht dat Yahoo hun favoriete dienst had overgenomen, want niet in de minste plaats kwam door de nieuwe voorwaarden van de site. Daarin stond dat alle foto's en teksten op GeoCities eigendom werden van Yahoo - een beslissing die snel, maar niet op tijd werd teruggedraaid.

Daar kwam bij dat Yahoo te hard probeerde GeoCities winstgevend te maken, onder andere door het aanbieden van onpopulaire premium-abonnementen en het verlagen van de gratis limieten op accounts. Tegelijkertijd werden er amper nieuwe functies toegevoegd en bleven bestaande problemen zoals spam-aanvallen te lang bestaan.
 

Flickr

Yahoo vergat dat het sociale aspect Flickr zo groot maakte

Yahoo bleef worstelen met sociale media, ook tijdens de aankoop van Flickr in 2005 voor het bedrag van 1,1 miljard dollar. Het leek aanvankelijk een slimme zet, want Flickr had een grote, enthousiaste groep gebruikers en was hét medium waar je heen ging om foto's te delen en op te slaan. Maar ook bij Flickr had Yahoo moeite het succes te behouden. Opnieuw was het verdienmodel belangrijker dan de community die de site zo groot en populair maakt, en dus liepen gebruikers massaal weg bij Flickr.

Het hielp daarbij niet meer dat er steeds meer alternatieven kwamen voor de diensten die Yahoo aanvankelijk aanbood. MySpace en later Facebook groeiden hard, en je kon er net zo makkelijk foto's op delen. Het grote verschil was dat de concurrerende diensten veel van die dingen wisten te combineren: Op Facebook kon je je vrienden volgen, pagina's maken zoals op GeoCities én foto's delen zoals op Flickr.
 

Het hoofd boven water tijdens de dotcom-crash

Ook de dotcom-bubbel die rond 2002 barstte bleek zwaar voor Yahoo, al wist het bedrijf op wonderbaarlijke wijze te overleven in het tijdperk van onzekerheid. Ondanks het groeiende gebrek aan investeringen en de daling van advertentie-inkomsten wist Yahoo het hoofd boven water te houden, maar het barsten van de zeepbel leek een keerpunt voor Yahoo, dat vanaf dat moment nooit meer echt belangrijk wist te blijven en zichzelf ingehaald zag door concurrenten.
 

Geen identiteit, wel concurrentie

Yahoo bleef worstelen met zijn identiteit, die nog steeds tussen een portal, een zoekmachine en een soort-van-sociaal-netwerk in hing. Dat was onder andere terug te zien in de zoekmachine. Hoewel Yahoo ongeveer gelijktijdig met Google werd opgericht, wist Yahoo de complexe algoritmes niet uit te bouwen tot een volwassen product. Het bedrijf zag de grote concurrent iedere dag groter en machtiger worden, maar wist Google niet bij te benen. In 2000 besloot Yahoo dat concurreren zinloos was, en het bedrijf betaalde veel geld om de technologie achter Google te implementeren in zijn eigen zoekfunctie. Die deal werd in 2004 echter weer stopgezet, en hoewel Yahoo een tijd lang zijn eigen algoritme weer gebruikte stapte het in 2009 weer over naar Bing, Microsofts zoekmachinetechnologie.
 

Na de dotcom-crash zat Yahoo in een identiteitscrisis

Het is tekenend voor Yahoos identiteitscrisis. Het is geen échte zoekmachine, maar biedt het wel aan. GeoCities was geen typisch sociaal netwerk en werd amper lucratief. Met Flickr wilde het Yahoo 'iets' met foto's doen, maar het bedrijf had niet door dat het sociale component het belangrijkste onderdeel van een netwerk is.
 

Slechte overnames

Door de jaren heen werd Yahoo ondertussen zelf ook vaak het lijdend voorwerp van overnames. Buiten het feit dat het bedrijf 1 miljard dollar bood voor het inmiddels op 100 miljard gewaardeerde Facebook (en werd afgewezen), werd er ook regelmatig een bod gedaan op Yahoo zelf. Het grootste daarvan kwam van Microsoft, dat in 2008 nog 44 miljard dollar bood voor het bedrijf. Yahoo vond het te weinig.
 

De boot gemist met Alibaba

Een soortgelijke en even zo belangrijke overname was die van internetwinkel Alibaba. Yahoo nam in 2005 een belang van 40% in Alibaba voor 1 miljard - een fractie van wat het Chinese bedrijf inmiddels waard is. Maar als Yahoo de vruchten wilde plukken van die samenwerking is dat goed mislukt, want in de periode tussen 2013 en 2014 verkocht Yahoo het merendeel van de aandelen weer - vlak voor het moment dat Alibaba op de beurs naar astronomische hoogtes steeg.
 

Schim van zichzelf

Yahoo is altijd een internetbedrijf geweest met een identiteitscrisis. De grootste claim op succes voor het bedrijf was het gigantische bereik dat het wist te behalen door vroeg op internet actief te zijn, maar het lukte Yahoo nooit om dat bereik om te zetten in een enthousiaste user base. Bovendien innoveerde het amper, waardoor diensten zoals de zoekmachine, email, Flickr, Tumblr en GeoCities allemaal het loodje legden tegen concurrenten die veel meer op innovatie waren gericht. Ook de dotcom-bubbel aan het begin van het millennium was hard voor Yahoo. Het bedrijf dat ooit tientallen miljarden waard was, gaat nu voor een schamele 5 miljard op in een Amerikaanse telecomprovider.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten