Vier miljoen euro voor nieuw TU/e-onderzoek

De eerste vier High Potential Research Programs van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) zijn vandaag, dinsdag 19 mei, bekendgemaakt. Twee van de vier programma's - supersnelle optische chips enintelligente verlichting - zijn interessant voor de IT-industrie. De andere twee programma's richten zich ophet stollen van bloed en de bijzondere eigenschappen van natuurlijke materialen. De multidisciplinaire onderzoeksprogramma's ontvangen elk van de universiteit een subsidie van een miljoen euro over een periode van vier jaar.


Supersnelle optische chips
Onder leiding van prof. dr. Andrea Fiore (faculteit Technische Natuurkunde) gaan onderzoekers werken aan optische chips die niet alleen supersnel zijn, maar ook extreem energiezuinig. Hiermee moeten in de toekomst datasnelheden van petabits (1015, een biljard bits) per seconde mogelijk worden. Dit plaatst de onderzoekers voor een aantal extreme technologische en fysische uitdagingen. In het project ‘An ultralow-power on-chip photonic network' wordt samengewerkt tussen TU/e-onderzoekers van de faculteiten Technische Natuurkunde en Elektrotechniek.

Intelligente verlichting
Gebruikers van verlichting hebben op dit moment maar weinig mogelijkheden tot sturing en interactie. Daar gaat het initiatief "I-lighting the World" wat aan doen. In dit programma gaan wetenschappers uit zes verschillende TU/e-faculteiten onderzoeken op welke manier je verlichting intelligent kunt maken, zodat er voor gebruikers meer, en slimmere mogelijkheden beschikbaar komen. Het programma, onder leiding van prof. dr. Emile Aarts (faculteit Industrial Design), richt zich om te beginnen op de thema's gezondheid en sfeer.

De gloednieuwe programma's moeten een nationale en -waar mogelijk- internationale positie gaan verwerven en zo een duidelijke bijdrage leveren aan het onderzoeksprofiel van de TU/e. Voor de TU/e zijn de High Potential Research Programs ook een nieuwe manier om vernieuwend en risicovol multidisciplinair onderzoek van bij voorkeur jonge hoogleraren en hoofddocenten te stimuleren.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten