Als Intel tegenwoordig een nieuw processor-ontwerp introduceert, zoals onlangs met de processoren die ontwikkeld zijn onder de codenaam “Sandy Bridge”, dan komen ze niet met een nieuwe processor maar met een complete processor-familie. Omdat de naam waarmee de processoren aan de man worden gebracht zo populair is, vinden de fabrikanten het zonde om daar bij een nieuwe introductie afstand van te doen. Met de oude en de nieuwe generaties van onder dezelfde familienaam uitgebrachte processoren, is dan de verwarring compleet.

Het is gelukkig niet aan de orde, maar als ik nu een nieuwe computer moest kopen zou ik het niet meer weten. Koos Intel er een paar jaar geleden nog voor om de populaire Pentium 4 op te laten volgen door de Core processor en later de Core 2. Daarna is het pas helemaal mis gegaan met de processornamen. Toen kregen we de Core i en onlangs dan de Core i “tweede generatie”.

Daar blijft het niet bij, want die Core i is er ook nog eens in drie varianten. Core i3, Core i5 en Core i7 en daarvan zijn er dan weer heel veel verschillende versies. Zo levert een snelle inventarisatie 133 Core i processoren op, waarvan 25 Core i3-, 51 Core i5- en 57 Core i7-varianten. Welke hiervan tot de eerste of de tweede generatie behoren, is alleen uit het typenummer te achterhalen. Lekker handig.

Voor de gemiddelde leek is het volgens mij niet meer te volgen. Vooral als aanbieders van notebooks vergeten om de typenummers er bij hun specificaties bij te zetten. Hoe moet je uit dit enorme aanbod van processor-typen en –varianten nu nog weten welke je moet hebben? Wat heb je nodig? Gelukkig is het nog zo dat een hoger cijfer vaak ook beter betekent. Zo is een Core i5 beter dan een Core i3 en Core i7 beter dan de Core i5. Maar ja, dan die twee generaties? Dat is dan weer af te leiden uit een typenummer dat met een 2 begint. Ook binnen de families geldt een hoger nummer is meestal beter. Maar we hebben natuurlijk niet allemaal behoefte aan, of budget voor de snelste Core i7. Sommige Core i5-processoren kunnen zich qua prestaties aardig meten met de minder snelle Core i7-processoren. Voor niet te veeleisend gebruik volstaat een Core i3.

In deze beschouwing heb ik het nog niet gehad over het aantal cores, ofwel processorkernen. Ook hier geldt, meer cores is soms beter, maar ook dat gaat niet in alle gevallen op. Ook heb ik het nog niet gehad over processoren voor notebooks (mobile processoren) of desktops. En hoe zit het met de kloksnelheid en de hoeveelheid cache-geheugen?

Om ons als argeloze computerkoper helemaal een rad voor ogen te draaien, heeft Intel ook nog een marketinglist bedacht met het introduceren van zogenaamde budget-processoren. Hiervoor worden oude en kennelijk populaire processornamen hergebruikt, namelijk Pentium en Celeron. Als je nu een processor tegenkomt met deze naam, dan weet je niet wat je krijgt. Van iedere processor-ontwerp dat Intel sinds de Pentium heeft gemaakt zijn er Celeron-versies. Zo is er onlangs ook een Celeron-versie van de het Sandy Bridge-ontwerp uitgekomen. Wat er in een moderne Pentium zit mag Joost weten.

Denk niet dat het bij concurrent AMD veel beter is. Daar ben ik sinds de Athlon II ook het spoor regelmatig kwijtgeraakt. De grote vraag is waar is het voor nodig? Waarom zo’n warboel maken van de productnamen en waarom zoveel varianten. Kan het niet wat minder? Als je nu een goede keuze wilt maken, zal je een grondig onderzoek moeten doen of een goede adviseur zoeken, maar waar vind je die?

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten