Alleen een kwalititatief goede scanner staat niet garant voor een perfecte scanresultaat. Net zo belangrijk is dat ook de software goed staat ingesteld. Waar u allemaal op moet letten? Wie de onderstaande stappen volgt maakt eenvoudig de perfecte scan.

Een scan maken is niet moeilijk: het basisprincipe bestaat uit niet veel meer dan het doorlopen van een aantal logische stappen. Wel moet u, voordat u de eerste keer met scannen begint, ervoor zorgen dat uw beeldscherm goed staat afgesteld. Niets is zo frustrerend als eerst nauwkeurig de kleuren van de scan goed proberen te krijgen, om er vervolgens achter te komen dat ze nu juist verkeerd staan omdat uw beeldscherm niet goed stond ingesteld! Er zijn hele boeken geschreven over kleurmanagement en kleurprofielen, en echte 'hardwarekalibratie' met een speciaal meetinstrument is absoluut het beste. Maar dergelijke apparaten zijn ook erg duur en wie alleen scans maakt voor eigen gebruik (om zelf af te drukken) komt u ook een heel eind met eenvoudige softwarekalibratie. Zo zit bijvoorbeeld standaard bij Adobe-software (Photoshop, Photoshop Elements) het gratis handige hulpmiddeltje Adobe Gamma. Hebt u op uw pc dus al zo'n Adobe-programma staan, dan is Adobe Gamma ongemerkt ook al ge'nstalleerd. Kijk maar eens bij de regelpanelen. Ook Paintshop Pro levert een vergelijkbaar hulpmiddeltje, met als enige verschil dat het daar in het programma zelf zit en niet een los regelpaneel betreft. Voor Windows XP starten we Adobe Gamma als volgt: Ga naar Instellingen, Configuratiescherm, kies Adobe Gamma en dubbelklik erop. Kent u het regelpaneel nog niet goed, kies dan voor de Wizard. Hebt u al vaker met Adobe Gamma gewerkt, dan kunt u de instelling versnellen door de optie Regelpaneel te kiezen. ***Adobe Gamma 1.jpg Beeldscherm kalibreren Adobe Gamma werkt heel simpel, maar je moet het wel een keer gezien hebben om te begrijpen wat de bedoeling is. Zet het contrast en de helderheid van uw beeldscherm (via de knoppen onder het scherm) op maximaal. Volg vervolgens de instructies van de Wizard op om de helderheid goed te krijgen. Nu wordt het wat lastiger: u krijgt namelijk drie gekleurde vlakjes te zien die bestaan uit een gestreepte buitenkant en een egale binnenkant. Daaronder zitten drie schuifregelaars. Schuif die regelaars eens een beetje heen en weer: u ziet dat het binnenste egale vlakje iets donkerder of lichter wordt ten opzichte van de buitenkant. De bedoeling hiervan is dat u nu het schuifje zó instelt dat u zo min mogelijk verschil ziet tussen binnen- en de buitenkant. Ga vervolgens verder met de instructies over het witpunt en sluit Adobe Gamma af. Nu hebt u in ieder geval uw beeldscherm zo goed mogelijk afgesteld. ***Adobe Gamma 2.jpg Aan het werk Tijd om met de scanner aan de slag te gaan. Gebruikt u de software voor de eerste keer dan moet u misschien nog wat speciale dingen instellen. Zo is het bij sommige programma's nodig dat u met de hand nog even het beeldschermprofiel selecteert dat u zojuist met Adobe Gamma gemaakt hebt. Doorloop dus eerst de voorkeursinstellingen en kijk of er nog specifieke zaken zijn die u nog moet aanpassen. Laadt vervolgens de dia of het negatief en begin met een zogenaamde Preview-scan. Met deze snelle scan op lage resolutie kunt u uitstekend de kleuren en uitsnede beoordelen. om te laten zien hoe dit proces precies verloopt gebruiken we de Silverfast-software die bij veel scanners wordt geleverd. Gebruikt uw scanner een ander merk software, dan zien de vensters er natuurlijk anders uit - maar het principe blijft hetzelfde. Allereerst moeten we de resolutie instellen waarop we de uiteindelijke scan gaan maken. Uw scanner heeft een maximale resolutie, maar die zult u lang niet altijd nodig hebben. Toch wordt er wel gesuggereerd dat het beter zou zijn altijd op de hoogste (optische) resolutie te scannen, om dan na afloop de scan te verkleinen mocht dat nodig zijn. Dit klinkt misschien een beetje onzinnig: waarom zouden we eerst een grotere scan maken om die daarna weer te verkleinen, als u ook in één keer de benodigde resolutie kunt instellen? De verklaring ligt in het feit dat vrijwel alle scanners werken met een ccd die een vaste resolutie heeft. Alleen dure, professionele drumscanners werken anders. Zo'n ccd met een vaste resolutie kan feitelijk maar met één resolutie scannen: de maximale. Hebt u een lagere resolutie nodig dan zal de software van de scanner hiervoor zorgen. De vraag is alleen hoe goed die software dit doet! Stel dat u op de helft van de maximale resolutie scant, gaat de software dan alle pixels twee aan twee samenvoegen tot één nieuwe pixel? Of wordt gewoon om de andere pixel gebruikt en dus de helft genegeerd? Fabrikanten zeggen hier nooit iets over, maar het mag duidelijk zijn dat de eerste methode tot betere resultaten leidt dan de tweede. Echter, de tweede methode is sneller omdat er geen extra rekenwerk voor nodig is (en scannen op lagere resolutie inderdaad ook altijd sneller gaat...). Probeer het gewoon eens uit, om te zien of u inderdaad verschil ziet tussen een scan die u direct op lagere resolutie maakt en een scan die u op de hoogste resolutie maakt en vervolgens in Photoshop hebt verkleind. Dit zou namelijk per scanner anders kunnen zijn. ***Silverfast overview.jpg Resolutie In dit verhaal gaan we er vanuit dat u de eindresolutie meteen bij het scannen wilt vastleggen. Laten we dus eens kijken hoe dit werkt. Bij de meeste scansoftware hebt u de keuze uit een tweetal instelmogelijkheden: u kunt de resolutie in pixels per inch instellen (ppi, maar vaak wordt ook de term 'dpi' gebruikt) en u kunt de vergrotingsfactor (in procenten) instellen. Een instelling van 2000 ppi betekent dat de scanner 2000 pixels haalt uit één inch van het negatief of de dia. Aangezien een kleinbeeldnegatief ongeveer 1 x 1,5 inch is krijgt u daarmee dus een bestand van 2000 x 3000 pixels. De vergrotingsfactor doet feitelijk hetzelfde. Een instelling van 2000 ppi bij 100 procent levert dus dat beeld van 2000 x 3000 pixels. Maar een instelling van 1000 ppi en 200 procent vergroting doet dat ook! Het enige verschil is dat het bestand na afloop op een andere ppi-waarde staat (1000 ppi in plaats van 2000 ppi). Dat is handig, want uiteindelijk wilt u geen bestanden van 1000 of 2000 ppi, maar een bestand van rond de 200 tot 300 ppi. Dit is immers de resolutie die u nodig hebt voor afdrukken op inkjetprinters en/of fotografische printers. Het handigste is dus om altijd in de scansoftware die 200 of 300 ppi in te stellen, en alleen de vergrotingsfactor aan te passen aan de uiteindelijke grootte van de afdruk. Dit klinkt misschien wat ingewikkeld, maar een voorbeeldje maakt het waarschijnlijk wel duidelijk: stel dat u een scan maakt van een kleinbeelddia om die af te kunnen drukken op 20 x 30 centimeter (en 300 ppi). Wat moet u dan instellen? Eens zien: een kleinbeelddia is 24 x 36 millimeter, uw afdruk wordt 20 x 30 centimeter. De vergroting die u nodig hebt is dus 20 centimeter gedeeld door 24 millimeter = 833 procent. U stelt de scansoftware dus in op 300 ppi en 833 procent - dat is alles! *** Resolutie instellen.tiff Correcties Hoe goed uw scanner ook is, het zal in de praktijk niet zo vaak voorkomen dat u zonder enige correctie een scan kunt maken. Bijna alle scannersoftware biedt de mogelijkheid alles automatisch te doen, maar meestal geeft een handinstelling toch nog net wat betere resultaten. Om het contrast in de scan aan te passen zijn er de zogenaamde Niveaus of Levels. Hiermee kunt u vaak ook de kleur aanpassen (namelijk door de niveaus van de individuele kleurkanalen aan te passen) maar met de optie Curves gaat dit beter. Bij de Nikon-software is dit overigens in één venster gecombineerd, maar meestal bestaat er een apart venster voor Curves. Daarover straks meer, we beginnen met het contrast. Als u Levels opent, ziet u het zogenaamde histogram van uw scan. Dit histogram laat op de horizontale as de densiteit van 0 procent (zwart) tot 100 procent (wit) zien. Op de verticale as staat het aantal pixels dat die waarde heeft. Kijk eens naar het voorbeeld van onze scan. Wat onmiddellijk opvalt is dat er helemaal geen pixels zijn met de waarde 0 of vlak bij 0. Dit betekent dus dat - als we hier niets aan doen - de uiteindelijk scan geen echte diepe zwarte tinten zal hebben en dus nogal flets zal uitvallen. U kunt dit veranderen door het schuifje linksonder een beetje op te schuiven, zodat het precies aan het begin van het histogram komt te staan. Hiermee geeft u de software de opdracht dit begin op een waarde 0 te zetten, zodat deze pixels nu diep zwart worden in plaats van flets grijs. Uiteraard verschuift het hele histogram hierdoor, dus zal dus ook de totale Preview-scan wat donkerder worden. Schuif het rechterschuifje eventueel ook wat naar links als het histogram aan die zijde eveneens een leegte vertoont. Hiermee zorgt u er dus voor dat u ook echt helder witte pixels krijgt. ***Levels instellen 1.tif In onze voorbeeldscan ontbreken de pixels met de waarde 0 of vlakbij 0. ***Levels instellen 2.tif Maar door het schuifje linksonder zetten we het begin op waarde 0, zodat de pixels mooi diep zwart worden. Helderheid en kleur Is de helderheid van uw scan niet goed (bijvoorbeeld door de Niveaus-correctie van daarnet) dan moet u aan de slag met Curves. Het voordeel van deze optie is dat we de helderheid op ieder niveau apart kunnen aanpassen, desnoods door de curve een hele bizarre vorm te geven. In de praktijk gebeurt dit laatste natuurlijk zelden, maar een kleine S-vorm kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat u de donkerste gedeelten wat meer doortekening geeft zonder meteen alles helderder te gaan maken. Dit verandert het contrast, maar op een andere manier dan we daarnet in Niveaus hebben gedaan. ***S-Curve.tif In ons voorbeeld willen we alleen de totale scan iets lichter maken. Dat doen we door de curve een lichte buiging omhoog te geven. Curves biedt ook de mogelijkheid een kleurzweem te verwijderen, bijvoorbeeld door alleen het blauwe kanaal te kiezen en daarin de curve iets naar beneden te buigen. Dit vermindert het aandeel blauw in de scan en zal dus een eventuele blauwe zweem verwijderen. ***Gebogen Curve.tif Digital ICE Als laatste kunt u nog besluiten Digital ICE aan te zetten: hiermee verwijdert u automatisch krasjes en vuiltjes van de scan. Veel filmscanners bezitten deze optie die via een infrarode detectie werkt. Let wel, omdat infrarood niet door zilverhoudende films heen kan, moet u deze optie niet proberen bij zwart/wit-films of Kodachrome diafilms! Digital ICE (Canon heeft iets dergelijks dat FARE heet) werkt perfect en voorkomt dat u na het scannen nog uren zit te retoucheren. Soms heeft de scanner geen Digital ICE, maar alleen een softwarematige kras- en vuildetectie. Wees hier voorzichtig mee. Voor negatieffilms werkt dit redelijk goed omdat stofjes daar als felle witte vlekjes tevoorschijn komen. En omdat witte vlekjes niet zo vaak in een normaal beeld voorkomen kan de software deze dus goed verwijderen. Bij dia's zijn stofjes echter zwarte vlekjes en dan gaat het snel verkeerd. Kleine donkere details in de foto, zoals de draden tussen telefoonpalen, worden dan voor krassen aangezien en ten onrechte verwijderd...! Alle stappen doorlopen? Dan bent u er helemaal klaar voor: uw scanner is nu optimaal ingesteld voor de perfecte scan. U hoeft alleen nog maar op de Scan-knop te drukken!

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten