Estland werd vier weken lang aangevallen vanuit cyberspace waardoor de internetinfrastructuur plat lag. Estland denkt dat Rusland de aanval heeft uitgevoerd of op zijn minst het heeft aangemoedigd. Rusland ontkent dat het verantwoordelijk is voor de stortvloed aan data waardoor de internetservers in Estland overbelast raakten.
Duitsland, Italië, Letland, Litouwen, Slovenië en Spanje leveren geld en mankracht voor de oprichting van het defensiecentrum. De VS stuurt in het begin alleen iemand die de oprichting van het centrum zal observeren.
"We hebben in Estland gezien dat een cyberaanval snel een nationaal gevaar kan vormen. Cyberaanvallen kunnen een samenleving verlammen", aldus NAVO-woordvoerder James Appathurai.
Analisten zien cyberaanvallen als het nieuwe internationale gevaar. Veel NAVO-landen willen dit gevaar niet hardop onderkennen omdat landen dan de "wederzijdse verdedigingclausule" kunnen aanroepen waardoor NAVO-landen verplicht zijn te helpen wanneer een ander NAVO-land wordt aangevallen.