Europese parlementariërs en privacyadvocaten willen de deal nog niet goedkeuren omdat ze bang zijn dat de overname de online privacy van Europese burgers in gevaar kan brengen. Volgens Peter Fleischer, verantwoordelijk voor Google's privacybeleid, halen Europese beleidsmakers de discussie over de gevolgen op de privacy en de discussie over de gevolgen voor de competitie door elkaar heen.
Volgens Peter Fleischer wil Google de stap naar banneradvertenties maken. Google houdt geen dossiers over individuen bij via zoekopdrachten, maar het gebruikt de woorden van elke zoekopdracht om te beslissen welke advertenties het er naast plaatst. Er zijn limieten in het contract met DoubleClick opgesteld waardoor Google geen informatie van individuen die DoubleClick heeft, mag gebruiken.
"De reden dat je de data wil hebben is omdat het je een competitief voordeel geeft. Het is zakelijk. Ik denk niet dat ze los van elkaar gezien kunnen worden. En we moeten dus beide kanten van de zaak bespreken", aldus het Nederlandse parlementslid Sophie in 't Veld. Volgens haar is informatie een competitieve factor en hoe meer informatie een bedrijf heeft, hoe machtiger het in de markt is.
De Amerikaanse FTC heeft de discussie over privacy niet meegenomen in zijn onderzoek naar de gevolgen van de overname. Maar In 's Veld denkt dat de traditionele manier om overnames te onderzoeken niet meer de belangen van alle partijen behartigt. Naar het belang van de consument, wiens privacy gevaar loopt, wordt niet gekeken.
In de afgelopen zes jaar heeft de Europese Commissie geen enkele Amerikaanse deal afgekeurd die eerder was goedgekeurd door Amerikaanse authoriteiten.