De huidige staat van de makercultuur

De makercultuur is zo oud als de mensheid zelf. Maar sinds enkele jaren worden allerlei goedkope en eenvoudig te programmeren elektronica, en digitale fabricagetechnieken (bv. 3D-printen en lasersnijden) toegankelijk voor het grote publiek. Alle nieuwe ideeën worden op grote schaal via internet gedeeld en de makercultuur neemt een enorme vlucht.

Hoewel schrijvers, koks of bouwvakkers natuurlijk ook makers zijn, ligt de nadruk bij de Maker Movement vooral op de doe-het-zelvers die nieuwe dingen ontdekken en uitvinden. Daarbij gaat het vaak om digitale middelen, maar je kunt ook denken aan vaardigheden zoals houtbewerken, lassen, tuinieren, koken en breien.

Bekijk een website als Instructables en je ziet hoe divers de makercultuur is. Uit dit soort sites blijkt ook hoe belangrijk het delen van kennis voor de makercultuur is. Het gaat niet alleen over het eindproduct, maar vooral over het proces. Welke stappen moet je doorlopen om tot hetzelfde eindresultaat te komen? Tegen welke problemen kun je aanlopen?

Dit belang van delen werd ruim tien jaar geleden aangegrepen door Dale Dougherty van uitgeverij O’Reilly, die destijds het tijdschrift Make Magazine lanceerde en de eerste Maker Faire organiseerde.

Makerfaire, makerspace, fablab, hackerspace

Het sociale aspect van de Maker Movement komt nergens anders beter tot uiting dan op Maker Faires: fantastische evenementen waar allerlei makers – van kunstenaars, ontwerpers en ambachtslieden tot techneuten, wetenschappers en programmeurs – bij elkaar komen om te laten zien waar ze zich mee bezig houden.

Daarnaast zijn er ook veel maakactiviteiten waar bezoekers aan kunnen deelnemen. Sinds de eerste Maker Faire in de Verenigde Staten in 2006 heeft dit fenomeen zich over de hele wereld uitgebreid. In Nederland worden er ook al enkele jaren Maker Faires georganiseerd, hoewel niet ieder evenement omwille van licentie-redenen deze naam gebruikt.

De Eindhoven Maker Faire is momenteel de enige die officieel deze naam mag voeren. Verder zijn er nog het Maker Festival Twente, het Maak Festival Groningen en het Amsterdam Maker Festival.

Buiten de veelal jaarlijkse Maker Faires zijn er ook genoeg andere voorzieningen waar makers elkaar kunnen ontmoeten: fablabs, makerspaces en hackerspaces. Hoewel het allemaal ontmoetingsplekken voor makers zijn, zijn er toch subtiele verschillen te benoemen.

In Nederland worden er ook al enkele jaren Maker Faires georganiseerd

-

Bij een fablab (fabrication laboratory) ligt de nadruk vooral op het gebruik van computergestuurde machines als 3D-printers en 3D-scanners, CNC-apparatuur, lasersnijders en vinylsnijders. Kortom, machines die de meeste mensen niet zomaar in huis hebben.

Een makerspace is te vergelijken met een fablab, maar hoeft niet noodzakelijk over deze specialistische apparatuur te beschikken. Hackerspaces richten zich op digitale techniek en elektronica, waarbij het vooral gaat om het aanpassen van bestaande techniek tot iets waarvoor het oorspronkelijk niet bedoeld is.

Zoals je ziet is het snijvlak dun en overlappen de definities elkaar. Maar hoe je deze plekken ook noemt, in alle gevallen zijn ze gebaseerd op de filosofie achter de Maker Movement: het delen van creativiteit. Ze dienen als ontmoetingsplek voor gelijkgezinden waar mensen van elkaar kunnen leren. Er worden dan ook vaak workshops georganiseerd over bijvoorbeeld 3D-printen, programmeren of Arduino.

Arduino

makercultuur

© PXimport

De komst van Arduino heeft ongetwijfeld een grote invloed gehad op de explosieve groei van de makercultuur. Op deze site besteden we, vaak aandacht aan deze microcontrollerbordjes. Omdat Arduino open hardware is, zijn er (naast goedkopere klonen) ook veel aangepaste varianten beschikbaar, waar nieuwe functies aan zijn toegevoegd.

Er zijn bijvoorbeeld ontwikkelbordjes waar de vormfactor van Arduino wordt gecombineerd met een ESP8266-wifi-chip en bordjes die geschikt zijn voor het verwerken in wearables omdat aansluitingen zodanig zijn aangepast dat deze met geleidend garen kunnen worden gebruikt.

Lees hier meer over leuke Arduino-projecten.

Raspberry Pi

makercultuur

© PXimport

De Raspberry Pi is ook een grote speler in de makerwereld. Oorspronkelijk bedoeld als kleine en goedkope computer voor het aanleren van programmeervaardigheden bij de jeugd, is deze uitgegroeid tot een stuk onmisbaar gereedschap voor elke digitale maker.

Dat komt vooral doordat je beschikking hebt over een aantal gpio-pinnen waarop je, net als bij een Arduino, allerlei elektronica kunt aansluiten. Hierdoor wordt deze vaker als aansturing voor robots gebruikt, maar ook als mediaspeler is een Raspberry Pi zeer geschikt.

Vind hier leuke knutselprojecten voor de Raspberry Pi.

Micro Bit

makercultuur

© PXimport

Een relatieve nieuwkomer op elektronicagebied is de Micro Bit. Dit is een ontwikkelbordje dat voornamelijk op de jeugd is gericht en dat in 2015 gratis aan zo’n miljoen basisschoolkinderen in Groot-Brittannië is uitgedeeld ter bevordering van digitale geletterdheid.

De Micro Bit heeft een display van 5x5 ledjes en beschikt over twee knoppen, een bewegingssensor, kompas, bluetooth en een aantal aansluitpinnen. Programmeren gaat heel eenvoudig online via een grafische ‘Blockly’-interface, waarbij programmeerconcepten zoals lussen en voorwaardelijke opdrachten heel overzichtelijk worden gevisualiseerd.

Maker Education

Door de komst van de Raspberry Pi en de Micro Bit, is de makervonk ook naar het onderwijs overgesprongen. Steeds meer scholen bieden – binnen of buiten de reguliere lessen – maakonderderwijs aan. Dit sluit nauw aan bij digitale geletterdheid en de vaardigheden van de 21e eeuw: kinderen moeten niet alleen kunnen omgaan met digitale middelen, maar moeten ook begrijpen wat er onder de motorkap gebeurt.

De laatste jaren is er een steeds luidere roep om meer programmeeronderwijs, want je moet technologie niet alleen kunnen ‘lezen’, maar er ook mee kunnen ‘schrijven’. Produceren in plaats van consumeren, dat is misschien wel de belangrijkste kerngedachte van de makercultuur.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten