Complete cursus videobewerking deel 1: de basisprincipes én de keuze voor het juiste pakket.Videobewerken ingewikkeld? Welnee! Met deze cursus in vier delen laten we u zien hoe eenvoudig het kan zijn. Met de tips uit dit artikel zijn saaie videoavondjes voorbij en staan uw vrienden bij u op de stoep om uw vakantiefilmpje te mogen bekijken. Deze maand deel 1: u maakt kennis met de basisprincipes van het videobewerken en we laten u zien hoe u het juiste videobewerkingspakket kiest. En hebt u dan alles wat u geleerd hebt in praktijk gebracht, dan kunt u meedoen aan onze wedstrijd op pagina72.

Misschien bent u er al druk mee bezig, of u wilt er al tijden aan beginnen: videobewerking. Dan is dit het moment! In deze serie artikelen gaan we uitgebreid in op alle aspecten van videobewerking. De kunst van een goed beeldverhaal vertellen zit hem in een aantal basisregels. Houdt u zich aan die regels en hebt u ook nog eens het juiste videobewerkingspakket in handen, dan kan er eigenlijk weinig meer mis gaan. Welk pakket bij u past, is afhankelijk van welk doel u voor ogen hebt. Doet u bijvoorbeeld niet veel meer dan wat beelden knippen, en hebt u genoeg aan af en toe een overgang of simpel effect, dan voldoet een instappakket. Wilt u echter serieus aan de slag met beelden, effecten en geluid, dan ligt een professioneel pakket meer voor de hand. Keuze genoeg Videosoftware is volop verkrijgbaar, dus er is altijd wel een pakket dat bij u past. De basis van de verschillende pakketten is hetzelfde: u kunt ermee importeren, bewerken en exporteren. Kijkt u echter naar de tabel op pagina XX (en de uitgebreide tabel op PCMweb) dan ziet u al snel grote verschillen – niet alleen tussen de professionele en instappakketten, maar ook onderling. De werkwijze en opbouw van het montageproces zijn bij vrijwel ieder pakket hetzelfde. Het is vaak de manier waarop en het aantal beschikbare middelen die het verschil maken. We nemen deze werkwijze stap voor stap door en laten u zien waarop u moet letten om de juiste keuze te kunnen maken. Vanaf pagina XX bespreken we zeven instap- en zes professionele pakketten. Keuze genoeg in de templates waarmee u van start wilt gaan. Uw project Start u een project, dan heeft dat een aantal eigenschappen. De afmetingen van het beeld bijvoorbeeld, de hoogte/breedte-verhouding (aspect ratio), de sample rate van de audio, pal of ntsc en het aantal frames per seconde. Werkt u met dv-materiaal, dan zijn deze waarden constant. Bij het capturen van analoog materiaal daarentegen kan telkens een andere instelling gewenst zijn. Het is dan prettig als u deze eigenschappen kunt opslaan in een template, zodat u niet iedere keer dezelfde instellingen hoeft te veranderen. Gaat u aan de slag met de software, dan verschijnen er vaak een hoop vensters in beeld. Ga hier niet meteen mee werken, maar kijk eerst naar de instellingen van het pakket: welke mogelijkheden heeft het? Het is vooral belangrijk dat u zelf kunt bepalen welke schijf u voor de gecapturede bestanden wilt gebruiken, en niet te vergeten de mogelijkheden voor het kleurgebruik van de werkomgeving, de instellingen van het toetsenbord en de mogelijkheid om verschillende lay-outs op te slaan. Hebt u alles naar wens ingesteld, dan kunt u aan de slag. Organiseer de bestanden goed, anders raakt u de weg kwijt. Een storyboard zorgt ervoor dat u alle beelden voor de bewerking kunt rangschikken. Projectenvenster Het eerste venster dat op uw beeldscherm verschijnt als u gaat videobewerken, is het projectenvenster. Hier organiseert u de video-, beeld- en audiobestanden. Vaak kunt u zelf de manier bepalen waarop u de bestanden te zien krijgt. Daarnaast toont dit venster bestand-specifieke eigenschappen zoals lengte, gebruikte codec, afmeting, audio-eigenschappen en zelf gemaakte commentaren. Erg prettig is om vooraf verschillen mappen te maken om uw bestanden te organiseren. Bij een omvangrijk project loopt het aantal bestanden al gauw op tot meer dan honderd! Capturing Na het organiseren van uw bestanden kunt u al het materiaal voor uw project importeren of capturen. Stelregel is dat capturing altijd moet plaatsvinden in een zo hoog mogelijke resolutie. Zo bent u zeker van de beste beeldkwaliteit. Haalt u digitaal materiaal binnen, dan kunt u ook gebruikmaken van batch-capture. U laat de tape dan lopen en geeft alleen de in- en uitpunten van de scènes aan. Daarna kunt u met een druk op de knop alles capturen. Wilt u helemaal geen omkijken hebben naar het capture-proces dan kunt u handmatig de recorder aanzetten of kiezen voor scènedetectie. In het laatste geval worden de beelden gesplitst op die momenten dat u de camera uit en aan hebt gezet tijdens het filmen. Alle geïmporteerde en gecapturede bestanden zijn nu zichtbaar in het projectenvenster. U hebt nu twee mogelijkheden om de video te gaan bewerken. De eenvoudigste is om alle bestanden in de juiste volgorde te zetten van het storyboard en alles in één keer op de tijdlijn te zetten. Nadeel hiervan is wel dat u snel het overzicht verliest, zeker als u met veel verschillende bestanden werkt. Bij de tweede methode bekijkt u ieder geïmporteerd videobestand afzonderlijk en maakt u het op maat, vóórdat u 'm op de tijdlijn zet. Deze manier lijkt tijdrovender, maar is het niet. De meeste professionele pakketten hebben zowel een bron- als monitorvenster. Vanuit het projectenvenster sleept u een bestand in het bronvenster. Via in- en uitpunten kunt u nu precies aangeven wat u wilt gebruiken. Vervolgens zet u het geselecteerde materiaal op de tijdlijn voor verdere bewerking. De grove bewerking hebt u dan achter de rug. Nu lijkt het alsof de delen die buiten de selectie vallen niet beschikbaar zijn. Dit is echter niet het geval, ze zijn alleen niet zichtbaar! De tijdlijn en bron- en monitor venster in actie. Een goed overzicht van de effecten bespaart kostbare tijd. Tijdlijn De videobeelden worden direct vanuit het projectenvenster of het bronvenster op de tijdlijn geplaatst. Deze bestaat uit een aantal video- en audiotracks. De instappakketten beschikken meestal maar over één of twee videotracks waarbij u de tweede alleen kunt gebruiken als overlay track – dit betekent dat u hier video of titels op kunt plaatsen, maar geen overgangen of effecten kunt toepassen. Ook de audiotracks zijn bij de instappakketten beperkt. Eén track wordt gebruikt voor het geluid bij de beelden, één voor achtergrondmuziek en één voor een voice-over. Bij de professionele pakketten hebt u meer vrijheid en kunt u alle videotracks gebruiken voor bewerking. Ook het aantal audiotracks is meestal onbeperkt. Bij sommige pakketten zijn de audiotracks onderverdeeld in mono, stereo en 5.1-tracks, met allemaal hun eigen mogelijkheden. Om een goed overzicht te bewaren over uw project, is het gebruik van meerdere tijdlijnen erg prettig. U kunt uw project dan veel beter organiseren. De tijdlijn correspondeert met het monitorvenster. Overgangen en effecten kunt u hier dus bekijken. Het monitorvenster kan ook worden gebruikt om delen van de video en audio uit de tijdlijn te verwijderen. Omdat het beeld beter zichtbaar is in het monitorvenster, werkt dit veel prettiger dan knippen en plakken op de tijdlijn. Om het overzicht te kunnen bewaren op de tijdlijn hebt u een aantal mogelijkheden. U kunt het aantal zichtbare frames verkleinen of vergroten, u kunt de tijdlijn zelf verkleinen of vergroten of u maakt gebruik van markers om snel naar de juiste plek in de videotrack te gaan. Er zijn genummerde en ongenummerde markers. De genummerde markers kunt u bijvoorbeeld in Vegas Video en Première Pro gebruiken om de hoofdstukindeling van de dvd vast te leggen. Ongenummerde markers worden vaak gebruikt om de audio synchroon te laten lopen met de video of om videofragmenten precies op de juiste plaatst in te voegen. Ieder pakket biedt zijn eigen mogelijkheden om videofragmenten te trimmen (op maat te maken). Vaak kan dit op de tijdlijn door de uiteinden van het fragment met de muis vast te pakken en de gewenste richting op te slepen. Wie frame-nauwkeurig wil werken, kan beter gebruikmaken van de trimmonitor. Deze toont het begin en het eind van de aan elkaar grenzende videofragmenten en biedt u handige middelen om de video op maat te maken. Effecten en overgangen past u naar eigen voorkeur aan. Een handig effectenvenster biedt hier uitkomst. Doordat de hoeveelheid effecten en overgangen haast eindeloos lijkt, is een zoekfunctie onontbeerlijk. Daarnaast is het belangrijk dat u eenmaal aangepaste effecten en overgangen kunt opslaan voor toekomstig gebruik. 5.1 geluid positioneren is eenvoudig in de audiomixer. Sommige pakketten ondersteunen het gebruik van DirectX en VST effecten. Audiomixer Een film kan niet zonder geluid. U kunt dus een zwoel muziekje zetten onder uw filmpje over uw vakantie op Hawaii, of misschien wilt u wel een fikse housebeat onder uw video over uw survivalweek in de Ardennen. Waar de videotracks op de tijdlijn corresponderen met het monitorvenster, doen de audiotracks dit met de audiomixer. Veel pakketten komen niet verder dan het aanpassen van het volume en het pannen van het geluid (ofwel het samenstellen van stereogeluid). Een enkeling is in staat om de verschillende geluidstracks te 'downmixen' naar één submix, die dan gewoon kan worden gebruikt in het project. U kunt uw geluid perfectioneren door geluidseffecten toe te kennen. Kunt u dan ook nog surround sound gebruiken, dan zit u gebakken. Het positioneren van surround geluid is kinderlijk eenvoudig met de middelen die bijvoorbeeld Première Pro en Vegas Video u verschaffen. Handig is het als de audiomixer in staat is de besturing van de faders (schuifknoppen) op te nemen en weg te schrijven (fader automation). Kan de mixer dit niet, dan moet u door het plaatsen van keyframes het geluid in de tijd wijzigen. De algemene ondersteuning voor geluid valt in de meeste pakketten tegen. Zo zijn er maar twee pakketten die overweg kunnen met 24 bit/192 KHz geluid en midi, en wordt ook surround geluid nog niet omarmd. Het is echter niet zo vreemd dat de audio-ondersteuning mager is; van oudsher wordt zowel bij film als televisie de audio-nabewerking gedaan door geluidsexperts die met professionele audiosoftware werken. Is geluid voor uw project van groot belang en wilt u niet met aparte audiosoftware werken, dan kunt u uw keuze voor een videobewerkingspakket hierop baseren. Het gebruik van titels kan een aanwinst zijn voor uw productie. Titels De finishing touch op uw film is de titel. Hoe belangrijk een titel is, blijkt alleen al als u kijkt naar de intro's van speelfilms of de reclame op tv. Gelukkig heeft ieder pakket een titelgenerator. Hiermee kunt u kiezen uit een tiental voorgedefinieerde lettertypes, maar u kunt ook zelf een lettertype kiezen. Om te voorkomen dat de titels van het beeld aflopen, kunt u de 'safe area' aanzetten. Deze toont op het beeld een vierkant waarbinnen de titels moeten blijven. Hebt u eenmaal een titel gemaakt, dan is het handig hiervan de template op te slaan voor later gebruik. De gemaakte titels worden óf direct op de tijdlijn geplaatst óf in het projectenvenster bij de ander bestanden gezet. De standaard hoeveelheid frames voor titels en stilstaande beelden kunt u meestal opgeven bij de projectinstellingen. Twee à drie seconden is meer dan genoeg om een titel te laten zien. Tip: probeer ook eens overgangen en effecten toe te passen op de titel, dan wordt hij nog spannender. Het instellen van de juiste mpeg-settings is een vak apart. Exporteren Aan het einde van het montageproces moet u de tijdlijn exporteren. Pas dan worden de verschillende videotracks met titels, effecten, overgangen en geluid tot één geheel gesmeed. Het renderen van alle informatie kan afhankelijk van de lengte, de gebruikte effecten en exportinstellingen de nodige tijd vergen. Belangrijk is dat u eerst alles exporteert in de beste resolutie en met zo min mogelijk compressie. Meestal betekent dit het avi-bestandsformaat met een resolutie van 720 x 576. U hebt dan twee mogelijkheden. U exporteert met Microsoft DV AVI of met Microsoft AVI en een codec naar voorkeur. Die codec kan dan weer een dv-codec zijn. Pas als dit bestand is geëxporteerd, gaat u exporteren naar de bestandsformaten die veel compressie gebruiken. Wilt u filmpjes maken voor internet, dan kunt u kiezen tussen Windows Media Player (wmv), RealOne player (rm) of Quicktime Player (mov). U kiest voor mpeg1 als u een video-cd wilt maken en voor mpeg2 als u een super video-cd of dvd wilt maken. Vaak kunt u direct naar een schijf branden, maar het is verstandig om de bestanden eerst te exporteren naar de harde schijf. Hierdoor verkleint de kans op fouten en dat bespaart lege schijfjes! Hebt u een digitale camera met dv-in en dv-out, dan kunt u de tijdlijn ook wegschrijven naar tape. De kwaliteit blijft dan behouden en u kunt het makkelijk archiveren. Tip: Bent u klaar en wilt u het programma afsluiten? Kijk dan eens of u het project met al zijn originele bestanden opgeschoond kunt wegschrijven naar een map. Het videoprogramma zorgt er dan voor dat alleen die bestanden worden weggeschreven die in het project gebruikt zijn – dat scheelt al snel gigabytes aan data. Exporteert u het project voor gebruik in een extern programma (After Effects of een dvd-authoring-programma), dan is het handig om de projecteigenschappen ook op te slaan. Het externe programma weet dan hoe het de data van uw project moet importeren. Conclusie Met het juiste gereedschap is videobewerking niet echt moeilijk. Zeker bij omvangrijke projecten waarbij gebruikgemaakt wordt van veel video- en audiomateriaal, is een veelzijdig pakket noodzakelijk. Welke functionaliteiten voor u van belang zijn hangt af van uw persoonlijke wensen en doelstellingen. Voldoen verschillende pakketten aan uw eisen, download van die pakketten dan eerst een demoversie. Het ene pakket kunt u plezieriger vinden om mee te werken dan het ander. Alleen door ermee aan de slag te gaan komt u hier achter. Inventariseer dus vóór de aanschaf wat uw wensen zijn. Wat wilt u realiseren met het pakket, hoe vaak gaat u het gebruiken en hebt u nog andere pakketten waarmee de software moet kunnen samenwerken? Pas als u antwoord hebt op al deze vragen kunt u de juiste keuze maken. Zelf video bewerken Voor u zich met veel enthousiasme op het videobewerken stort, moet u van tevoren goed nadenken over wat u wilt monteren. Zo voorkomt u onsamenhangende eindproducties. Om er zeker van te zijn dat een filmpje aanslaat en dat u niet vastloopt in uw montageproces, kunt het beste als eerste met pen en papier aan de slag gaan. In deze voorbereidende fase geeft u bijvoorbeeld antwoord op de volgende vragen. 1. Wie is de doelgroep? 2. Wat wil ik met mijn filmpje bereiken? 3. Welke muziek past bij mijn doelgroep? 4. Wat voor beeldwisselingen wil ik gaan gebruiken? 5. Hoe bouw ik mijn filmpje op (begin, midden en eind)? 6. Ga ik gebruikmaken van een voice-over? 7. Ga ik gebruikmaken van titels? Nu kunt u aan de slag met een storyboard. Dit is een geschetste versie van uw filmpje. In het storyboard geeft u de verschillende shots en beeldwisselingen aan. Handig zijn ook de opmerkingen over het gebruik van titels, overgangen en effecten. Wanneer het storyboard compleet is, kunt u beelden en muziek opnemen of verzamelen. Pas daarna gaat u aan de slag met het montageproces. Wijzigt u onderweg dingen, vergeet dan niet het storyboard aan te passen. U zult merken dat het storyboard zorgt voor een efficiënter montageproces en een betere kwaliteit film. Het werken met twee monitoren is een zegen voor iedere editor. Analoog-digitaal converters zijn handig voor het omzetten van analoge signalen naar dv. Eisen aan hardware U filmt de mooiste beelden, hebt fantastische muziek en de juiste software. Het kan nu niet meer fout gaan. Tenminste...als u ook een goede computer hebt. De grote datastromen en de complexe mixing van beelden vragen veel van de pc. Het is moeilijk exact aan te geven waaraan een video-pc moet voldoen. De één vindt het immers niet erg om even te wachten, terwijl voor de ander de nieuwste Pentium nog niet snel genoeg is. Globale richtlijnen zijn er echter wel: De processor zorgt voor verwerking van de rekenprocessen. Bij het gebruik van effecten en overgangen merkt u al snel het verschil tussen langzame en snelle processoren. Het renderen kost aanzienlijk minder tijd bij een snelle processor. Het verschil tussen een Pentium II en IV kan bij een eenvoudig effect van vijf minuten video al snel tien minuten schelen. De verschillen worden tien tot twintig keer zo groot als we een film van zestig minuten in avi-formaat willen encoderen naar mpeg2. Meer geheugen betekent een snellere verwerking van rekenprocessen en de mogelijkheid om verschillende programma's naast elkaar te gebruiken. Om goed te kunnen videobewerken op een computer met Windows XP is minimaal 1024 MB nodig. Videobewerking betekent grote hoeveelheden data. Werkt u met dv-materiaal, dan hebt u ruim 3,5 MB schijfruimte nodig per seconde video. Dit is minstens 12,5 GB per uur videomateriaal. Genoeg schijfruimte is dus van belang. Het beste is om minimaal twee, het liefst drie harde schijven te gebruiken. Eén harde schijf wordt gebruikt voor het systeem en de programmatuur, de andere schijven alleen voor het videobewerken. Zo kunt u de maximale snelheid van de harde schijven gebruiken en worden kansen op fouten tijdens het renderen en encoderen geminimaliseerd. Wilt u digitaal capturen, dan moet uw pc over een firewire of ieee1394-poort beschikken. Sommige moederborden zijn hiermee uitgerust, anders is een dv-kaart noodzakelijk. Tip: let er bij aanschaf op dat de dv-aansluiting ohci-compatibel is (deze afkorting staat voor open host controller interface). Dan weet u zeker dat de kaart met ieder softwarepakket overweg kan. Wilt u analoog materiaal capturen dan moet uw pc een capturekaart hebben. Deze zijn er in verschillende uitvoeringen. Aan te raden zijn de analoog-digitaal converters (zie PCM juni 2004) die de analoge signalen extern omzetten naar dv. U voorkomt hiermee problemen met de uitwisselbaarheid van uw videofilmpjes met andere computers. Iedere videokaart met 16 MB videogeheugen is prima geschikt voor videobewerking. Handig zijn de videokaarten waarop twee monitoren kunnen worden aangesloten – geen overbodige luxe voor videobewerking. Extra koeling is noodzakelijk om oververhitting te voorkomen. Er zijn ventilatoren die in de kast kunnen worden gemonteerd en die speciaal geschikt zijn om de harde schijven te koelen. Om originele opnames te kunnen archiveren is een dvd-brander zeer handig. Er past ongeveer twintig minuten video in dv-formaat op een dvd van 4,7 GB. Archiveer dus pas als u onnodige onderdelen van de film hebt verwijderd. Instappakketten Tegenwoordig is elke nieuwe pc geschikt voor videobewerking. Bijna iedereen heeft een digitale camera en bovendien worden de dvd-branders ook steeds goedkoper. Kortom, er zijn haast geen redenen meer om niet te beginnen met videobewerken! Met de 7 eenvoudige videobewerkingspakketten uit deze test bent u in mum van tijd in staat uw geschoten videomateriaal te bewerken en uit te voeren naar dvd of streaming media. Het verschil met een professioneel pakket wordt meteen duidelijk als u kijkt naar de tabel op pagina XX: de functionaliteiten van een instappakket zijn veel beperkter. Daar staat weer tegenover dat deze pakketten goedkoop zijn en dat u er snel resultaat mee kunt behalen. We kijken bij de beoordeling van deze pakketten naar het gebruiksgemak en de volledigheid. Videomontage Pro heeft net dat beetje extra in vergelijking met de concurrentie. Kenmerkend voor de instappakketten: overzichtelijk en eenvoudig. Gebruiksgemak De belangrijkste voorwaarde voor ieder softwarepakket is dat het stabiel werkt. Mainconcepts Eve V2 loopt tijdens onze test om de haverklap vast, waardoor het plezier van het werken met dit pakket ons snel vergaat. Op de stabiliteit van de overige pakketten valt niets aan te merken. Overzichtelijkheid van het pakket is zeker voor beginnende videobewerkers erg handig. De meeste pakketten gebruiken duidelijke pictogrammen en geven via tabbladen aan waar u zich in het videoproces bevindt. De enige uitzondering hierop vormt Mainactor die zich al op de gevorderde gebruiker richt. Eenvoud is mooi, maar het kan ook te ver worden doorgevoerd. Bij Video-montage van Easy Disc (wat eigenlijk VideoWorks 5 is van Presto!) gaan we 'toveren' als we effecten willen toepassen op de video! Erg handig bij de instappakketten zijn de voorgedefinieerde templates voor menu's, titels, effecten en overgangen evenals de bibliotheken met voorbeeldgeluiden en -filmpjes. Als beginnende gebruiker kunt u hiermee zonder al te veel problemen videobeelden opfleuren. Jammer is dat (uitgezonderd Mainactor) geen enkel pakket beschikt over meer dan één videotrack op de timeline. Hierdoor wordt spelen met beeld over beeld onmogelijk. Gelukkig worden er wel meerdere audiotracks aangeboden, zodat u zowel met voice-overs als achtergrondmuziek aan de slag kunt. Als dit (net als bij Studio 9 en VideoStudio 8) ook nog wordt gecombineerd met de mogelijkheid om te mixen en te pannen, wordt het werken met geluid pas echt interessant. Het gebruik van de Nederlandse taal is voor veel beginners erg prettig. Zowel Video-montage, Studio 9 als VideoMontage Pro zijn in onze taal uitgebracht. De meest gebruiksvriendelijk instappakketten zijn Studio 9, Video Studio 8 en VideoMontage Pro. Met deze pakketten wijst het hele videobewerkingsproces zich vanzelf. Volledigheid Opvallend is de relatief grote ondersteuning van im- en exportmogelijkheden van de instappakketten in vergelijking met de professionele pakketten. Zo hebben de meeste pakketten geen enkele moeite met het importeren van cd-audio, wma-, mpeg1- of mpeg2-bestanden. Daarnaast kunt u vanuit de meeste pakketten branden naar dvd, svcd en vcd. Met vier van zeven pakketten kunt u zelfs een dvd-menu maken! Ook andere belangrijke functies zoals de ondersteuning van breedbeeld, het aanpassen van mpeg-instellingen en het gebruik van een trimmonitor zitten in de meeste pakketten. Het enige wat de instappakketten écht missen (maar dat is niet vreemd gezien de prijzen) is de mogelijkheid om echt met videobeelden te spelen. Er zijn nauwelijks mogelijkheden voor kleurcorrectie, alpha channels worden niet ondersteund en de mogelijkheid om zelf effecten en overgangen aan te passen en te bewaren zijn minimaal. Wat betreft volledigheid gaat onze voorkeur uit naar VideoMontage Pro. Het enige nadeel van dit pakket is dat het geen dvd's kan branden. Daarvoor is een extern brandprogramma nodig. Teleurstellend is Mainactor 5. Het biedt te weinig functionaliteit en gebruiksgemak in verhouding tot de prijs – jammer gezien de fantastische mpeg-encoder van het programma. Conclusie De instappakketten liggen dicht bij elkaar wat betreft prijs en functionaliteit. Het PCM-predikaat Beste Koop gaat naar VideoMontage Pro. Dit nieuwe pakket biedt net iets meer flexibiliteit dan de concurrentie tegen een lagere prijs. Neemt niet weg dat u zeker geen miskoop doet met Studio 9 of Video Studio 8. Deze pakketten verschillen niet veel van VideoMontage Pro, maar zijn net iets duurder. Professionele pakketten Kiest u voor professionele videobewerkingssoftware dan is het belangrijk dat u een pakket kiest dat bij uw wensen aansluit. U moet er nogal wat geld voor neertellen, maar belangrijker is dat u er jaren mee wil werken en het kost nu eenmaal veel tijd voordat u het pakket volledig onder de knie hebt. Wij bekijken 6 professionele pakketten. De eisen waaraan een professioneel pakket moet voldoen, zijn onder te brengen in drie categorieën: gebruiksgemak, volledigheid en uitwisselbaarheid. Vegas Video blinkt uit in het gebruik van audio. Ondersteuning voor surround geluid is nog niet vanzelfsprekend. Gebruiksgemak Het maken van videomontages kost al tijd genoeg. De videobewerkingssoftware moet u dus helpen het werk te vereenvoudigen. Belangrijk daarbij is dat u zoveel mogelijk zaken naar uw eigen hand kunt zetten. U moet de werkomgeving kunnen aanpassen (kleur, lay-out), de mogelijkheid hebben om eenmaal zelfaangepaste projectinstellingen, filters en effecten op te slaan en de functionaliteiten van de timeline moeten zo flexibel mogelijk zijn. Daarnaast moet een pakket ook logisch in elkaar zitten en stabiel zijn. Dit laatste valt vooral tegen bij Avid Xpress DV. Première Pro is de winnaar op het gebied van gebruiksgemak, direct gevolgd door Vegas Video en Liquid Edition. Volledigheid Het videobewerkingsproces bestaat niet alleen uit het monteren van filmfragmenten met bijbehorende effecten en overgangen. Audio is eveneens een belangrijk onderdeel. Pakketten kunnen zich nog steeds onderscheiden als zij surround geluid ondersteunen en afdoende audio-tools leveren om goed geluid te kunnen produceren. Vegas Video levert zonder meer de beste audio-ondersteuning, op de voet gevolgd door Première Pro. Een tweede belangrijk punt zijn de exportmogelijkheden. Met geen enkel pakket kunnen we dvd-menu's maken, dvd's of svcd's branden én encoderen naar Dolby Digital surround geluid. Liquid Edition en Media Studio Pro komen het dichtst in de buurt maar beide ondersteunen geen Dolby Digital surround geluid. Zowel bij Première Pro als Vegas Video kunnen add-ons worden gekocht om het Dolby Digitale en dvd-authoring gat te dichten. Bij Première moet u daarvoor diep in de buidel tasten; u bent ruim € 800 extra kwijt. Vegas Video is veel goedkoper. Bundelt u dit pakket met DVD-Architect, dan bent u slechts € 663 kwijt en beschikt u echt over alle mogelijkheden. Een andere mogelijkheid is Avid Xpress DV. Zelf kan dit pakket bijna niets exporteren, maar het maakt gebruik van een oude versie van Sonics DVDit om dvd's te maken en een lichte versie van Sorenson Squeeze om naar andere bestandsformaten te encoderen. Kijken we naar het totaal aantal functionaliteiten dan is Vegas Video is het compleetste pakket, met op de tweede plaats Première Pro en Liquid Edition. Uitwisselbaarheid Voor een professioneel videobewerkingspakket is het belangrijk dat het goed omgaat met andere veel gebruikte software om zo het productieproces te vereenvoudigen. Denk hier bij aan het gebruik van Photoshop layers, exportmogelijkheden naar After Effects met behoud van projectspecifieke eigenschappen of het exporteren naar een dvd-authoringprogramma met behoud van hoofdstukindelingen. Daarnaast is het handig als het pakket ook exportmogelijkheden biedt naar pakketonafhankelijke projectbestanden als aaf en omf. De keuze voor een videobewerkingspakket kan mede op deze eigenschappen worden beslist. Werkt u voornamelijk met software van Adobe (Encore DVD, Audition en After Effects) dan is een keuze voor Première een logische. Werkt u daarentegen liever met producten van Sony (Acid, Soundforge) dan is Vegas Video een logische stap. Iedere fabrikant van een professioneel pakket heeft vaak andere software die naadloos op dat pakket aansluit. Het is daarom verstandig vooraf goed de websites van de fabrikanten te bekijken. Conclusie Wat is het beste pakket voor u? Het antwoord van deze vraag hangt sterk af van uw wensen en met welke andere pakketten u werkt. Op Canopus Edius na zijn het allemaal toppakketten op het moment dat je ze onder de knie hebt. Werkt u het liefst in uw eigen taal, dan hebt u maar één mogelijkheid: Liquid Edition. Kijken we echter naar de prijs/kwaliteit-verhouding, dan is Sony Vegas Video zonder meer de winnaar. Zeker als u het pakket samen met DVD-Architect aanschaft, krijgt u het meeste waar voor uw geld. Tips voor videobewerking Met dit eerste deel uit deze cursus hebt u voldoende bagage om aan de slag te gaan. Om u nog wat verder op weg te helpen, geven we u wat laatste tips:  Gebruik zoveel mogelijk een statief.  Film objecten of mensen vanuit verschillende hoeken.  Probeer zoomen te vermijden tijdens het filmen. Beter is om dichterbij te gaan staan.  Controleer de kwaliteit van het geluid direct na de opname.  Voice-overs kunnen ook worden ingesproken met een microfoon.  Verzamel eerst al het materiaal dat u nodig hebt voor uw montage.  Capture alleen dat wat noodzakelijk is.  Capture altijd in de grootst mogelijke resolutie (PAL 720 x 576).  Gebruikt u muziek, zorg dan eerst dat de muziek op de juiste lengte wordt gemonteerd.  Monteer vervolgens de film op de muziek.  Maak scènes niet langer dan tien minuten als uw computer niet al te snel is.  Overdrijf niet: overgangen en effecten zijn leuk, maar ergeren de kijker snel.  Denk aan het gebruik van titels.  Controleer altijd de kwaliteit van de kleuren op een televisie.  Bewaar altijd het originele gemonteerde materiaal.  Denk van tevoren na over het gebruik van dvd-r(w) of dvd+r(w). Op PCMweb.nl vindt u de uitgebreide specificatie-tabellen van de instap- en de professionele pakketten. Deze tabel zal in de toekomst worden aangevuld wanneer we nieuwe videosoftware bespreken, bijvoorbeeld Video DeLuxe 2005 van Magix. Helaas was de nieuwe versie van dit pakket te laat voor onze test. De testresultaten van dit pakket vindt u daarom terug in PCM november. Bovendien zullen we de resultaten verwerken in de uitgebreide tabel op PCMweb. Verder op PCMweb: lees meer over de wedstrijd videobewerken en discussieer mee in het (speciaal voor deze cursus opgezette

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten