Het internationale ruimtestation ISS heeft dit weekend zijn eigen 3D-printer gekregen. Daarmee gaat ruimteagentschap NASA onderdelen printen voor gebruik in het ruimtelaboratorium, maar ook de effecten meten van het printen in gewichtloze toestand.
De printer werd dit weekend gelanceerd door het commerciële bedrijf SpaceX. Dat mag, onder contract van NASA, zijn eigen raket en capsule naar het ISS sturen.
Goedkoper
Het kost nu nog tienduizenden euro's per kilo om onderdelen naar de ruimte te sturen, vandaar dat NASA wil experimenteren met het ter plekke bouwen en printen van onderdelen. In het begin zullen die onderdelen nog niet gebruikt worden voor cruciale delen van het ruimtestation, maar dat moet in de toekomst wel gaan gebeuren.
Lange ruimtereizen
Het op afstand bouwen van nieuwe onderdelen wordt in de toekomst nog belangrijker, omdat NASA (en andere ruimteagentschappen) uiteindelijk langere ruimtereizen willen ondernemen. Neem bijvoorbeeld een Mars-reis; daarover doen de astronauten straks 7 maanden. In die tijd is het handig als je onderdelen ter plekke kunt fabriceren. Een terugreis om een vergeten moertje is ook niet echt handig...
Muizen
De Dragon-vrachtcapsule bracht naast de 3D-printer ook voedsel en kleding naar de astronauten in het ruimtestation. Ook werd een experiment gestuurd met 20 levende muizen. Daarvan wordt onder meer uitgezocht hoe zij gedijen als ze een half jaar gewichtloos zijn. Er is nogal wat controversie over de muizen, want volgens critici is de kans vrij groot dat de dieren de terugreis niet overleven.