Fake news op Facebook bestrijden: Doet men voldoende?

Facebook is zich erg bewust van het feit dat er enorm veel fake news op het platform wordt gecreëerd en gedeeld. Het beïnvloedt mensenlevens. Daarom is het zelf bezig met meerder manieren om hier grip op te krijgen, maar huurt het ook andere bedrijven ervoor in. Dat gaat echter niet zonder problemen.

Fake news wordt verspreid om mensen te manipuleren. Het doel is daarbij regelmatig financieel, waardoor Facebook probeert om mensen die erom bekendstaan fake news te plaatsen niet de mogelijkheid te geven betaalde advertenties te gebruiken. Daarnaast wordt er machine learning en kunstmatige intelligentie gebruikt om fraude sneller te detecteren.

Facebook ontwikkelt nieuwe producten om niet alleen het online zetten, maar ook het verspreiden van nepnieuws te bestrijden. Zo wordt het ook makkelijker gemaakt voor Facebook-gebruikers om aan te geven dat een bericht niet in de haak is. Om dat te bepalen, zijn er daarnaast projecten gestart om mensen meer bewust te maken van hoe je fake news kunt ontdekken.

Met het Facebook Journalism Project worden journalisten geholpen betere artikelen te schrijven en in het News Integrity Initiative zijn er diverse techbedrijven, universiteiten en andere organisaties die samen lezers informeren over fake news.

Hulp van buitenaf

Facebook bevecht het nepnieuws niet in z’n eentje. Zo zijn er over de hele wereld organisaties constant bezig met het checken van de feiten op Facebook. Dat doen ze in opdracht van het sociale platform. Het klinkt dus alsof Facebook veel doet aan het probleem, maar het lijkt tot nu toe niet bereid om echt alles op alles te zetten. Er is namelijk een rapport verschenen van een van de derde partijen die door het platform is ingeschakeld om te factchecken en de conclusies daaruit zijn niet positief.

Facebook schijnt niet transparant genoeg te zijn voor de onderzoeksbureaus om een gedegen onderzoek te kunnen verrichten, zo stelt Full Fact. Full Fact is een onafhankelijk bureau uit Engeland dat feiten checkt. Het werkt inmiddels sinds januari dit jaar voor Facebook en na drie maanden bekend worden met de materie, heeft het nu een rapportage geschreven van de drie maanden die volgden. Hoewel het stelt dat het Third Party Fact Checking-programma de moeite waard is, is het niet zo effectief als het zou kunnen zijn.

Facebook staat er niet alleen voor.

© PXimport

Transparanter

Dat komt onder andere door het systeem waarmee berichten van feedback worden voorzien, maar ook de toegang die de factcheckers krijgen tot Facebook’s systemen. Er wordt volgens Full Fact onvoldoende data gedeeld door het enorme sociale medium, waardoor de controleurs hun werk niet grondig genoeg kunnen uitvoeren. Een ander probleem waar het bureau tegenaanloopt, is dat er simpelweg zo veel is. Juist omdat Facebook gigantisch is en in zoveel landen actief is, valt er nagenoeg niet tegenop te checken. Dat is uiteraard niet Facebook-specifiek, maar wel belemmerend.

Vooral die data is dus een probleem. Facebook zou ironisch genoeg meer data over het delen van berichten moeten delen. Dat werkt ook andersom, want het zou ook betere informatie moeten delen van wat andere factcheckers al hebben gedaan en hoe ver die invloed reikt. Full Fact wil ook dat Instagram-content kan worden gecheckt en dat Facebook duidelijker is over machine learning. Echter zijn die laatste twee wensen niet direct gelieerd aan het werk dat zij voor Facebook zelf moeten doen.

Facebook moet er vooral voor zorgen dat het opener is. Daarnaast zou het fijn zijn als er meer ratings worden toegevoegd, wat betekent dat er meer opties te kiezen zijn om een bericht te beoordelen. Denk aan een ‘meer context nodig’-beoordeling of een ‘ongefundeerd’-knop.

Er is nog aardig wat werk aan de winkel voor Mark Zuckerberg’s bedrijf en het is de vraag of het bereid is dat te doen. De historie van Facebook laat zien dat het niet altijd even transparant is geweest. Ook is het de vraag of men het slim acht om meerdere beoordelingsopties toe te voegen. Dat zal ergens ook het proces vertragen en de data nog meer uitbreiden. Toch zou die openheid wel goed zijn, zeker om ook te zien wat andere factcheckers al hebben bereikt, zodat het zichtbaarder is waar de bureaus het allemaal voor doen.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten