Unraid installeren op nas: voors en tegens

© PXimport

Unraid installeren op nas: voors en tegens

Geplaatst: 11 augustus 2020 - 06:30

Aangepast: 25 november 2022 - 10:30

Gertjan Groen

Behalve voor opslag, wordt een nas vaak ook voor allerlei servertoepassingen gebruikt. Juist op een nas die je zelf bouwt kun je daar gezien je vrije keuze voor hardware optimaal van profiteren. Maar dan heb je ook nog passende software nodig. Unraid is een veelzijdige en gebruiksvriendelijke optie. We leggen uit hoe Unraid installeren werkt en zetten de voors en tegens op een rijtje.

Unraid bestaat al zo’n twintig jaar, toen een ontwikkelaar een eenvoudig opslagsysteem zocht (maar niet kon vinden) voor het bewaren van grote hoeveelheden media. De raid-systemen van die tijd waren te inflexibel, zeker voor thuisgebruikers. Ze vereisten bijvoorbeeld harde schijven van dezelfde grootte, snelheid en zelfs van hetzelfde merk. Systemen zijn tegenwoordig een stuk flexibeler, maar echt veel vrijheid heb je nog steeds niet. Bovendien zijn er meer tekortkomingen.

Gaan er bijvoorbeeld meer schijven defect dan toegelaten, dan verlies je alle gegevens in je array, ook op de niet-defecte schijven. Bovenstaande problemen probeert Unraid op te lossen. Het wordt ontwikkeld door Lime Technology uit Californië. Wellicht is het wat voor je.Maar opgelet: het is vrij alternatief, niet opensource, niet gratis en waarschijnlijk niet voor iedereen. Gelukkig is het ook heel veel wél.

Unraid systeemeisen

Unraid draait op vrijwel elk systeem en vereist geen snelle processor of veel geheugen. Ongeveer 2 GB geheugen kun je zien als het minimum. Dat loopt logischerwijs op als je veel toepassingen of virtuele machines op de server gaat draaien. Dan is 4 tot 8 GB geheugen en een quadcore-processor een beter uitgangspunt voor een thuisserver. Het besturingssysteem draait volledig vanaf een usb-stick (minimaal 1 GB tot maximaal 32 GB).

Voor het maken van die usb-stick is het handige hulpprogramma USB Creator (Windows of macOS) beschikbaar, waarin je ook meteen wat aanvullende opties kunt instellen. De usb-stick wordt alleen voor het opstarten gebruikt, daarna werkt alles vanuit het werkgeheugen. Alleen wijzigingen aan bijvoorbeeld instellingen worden weggeschreven. Hierdoor blijven de lees- en schrijfacties op de usb-stick dus zeer beperkt, wat de levensduur ten goede komt.

We hebben al te vaak problemen gezien met usb-sticks als systeemschijf waar actief naar wordt geschreven. Een prettige bijkomstigheid van deze benadering is dat je geen sata-aansluiting hoeft op te offeren voor een bootschijf. En je kunt dus alle schijven in het systeem voor opslag gebruiken. Maar het inrichten van opslag gaat wel heel anders dan bij alternatieven als FreeNAS en OpenMediaVault.

 

© PXimport

Over opslag

Zoals gezegd zou je Unraid vooral wat opslag betreft alternatief mogen noemen. Je kunt het nog het beste vergelijken met jbod (Just a Bunch of Disks). Een kenmerk daarvan is dat de totale opslagruimte van de harde schijven beschikbaar is. Maar Unraid voegt daar wat aan toe: je kunt schijven voor parity en cache gebruiken. Parity zorgt voor databescherming als een schijf defect raakt. Hiervoor kun je één of eventueel twee schijven gebruiken. De schijf die je voor parity kiest moet de grootste schijf in je systeem zijn, wat zeker iets is om rekening mee te houden met het oog op toekomstige uitbreidingen.

Vanuit de parity kan een defecte schijf of kapotte sector worden hersteld. Maar als dat ondanks de parity toch niet lukt, ben je uitsluitend de gegevens op die ene schijf kwijt, de rest blijft intact. Dat geldt ook als er twee schijven uitvallen. Dat maakt het een behoorlijk robuust systeem, maar niet zo robuust als bijvoorbeeld FreeNAS met het geavanceerdere zfs-bestandssysteem. Maar ook dat heeft zijn eigen uitdagingen, en hogere systeemeisen. En welk systeem je ook gebruikt, het ontslaat je natuurlijk nooit van de taak om voor belangrijke data een back-up te maken.

Prestaties liggen lager

Unraid is wat opslag betreft dus behoorlijk flexibel. Zolang de grootste schijf voor parity wordt gebruikt, kun je zonder problemen schijven toevoegen, verwijderen of vervangen van verschillende grootte. Wil je extra databescherming of voeg je heel veel schijven toe dan is een extra schijf voor parity geen overbodige luxe. Maar verder kun je eigenlijk zorgeloos je array uitbreiden, veel makkelijker dan bij andere systemen.

De opslagprestaties liggen door de gekozen opzet wel een stuk lager. De snelheid is in feite beperkt tot de snelheid van de bewuste schijf die je benadert en nog verder beperkt door het feit dat er parity berekent moet worden als je gegevens schrijft. Het werkt hierdoor merkbaar langzamer dan gangbare raid-systemen waar je doorgaans profiteert van hogere lees- en/of schrijfsnelheid door de combinatie van schijven. Je kunt ook niet zomaar de netwerkverbinding ‘dichttrekken’ zoals je misschien gewend bent of verwacht.

 

© PXimport

Ongeveer 40 tot 60 MB per seconde is realistisch via een netwerkverbinding, wat zo’n twee keer sneller moet kunnen. Een klein voordeel is wel dat niet alle harde schijven te hoeven blijven draaien. Alleen de schijf die op dat moment wordt benaderd en de schijf die voor pariteit wordt gebruikt worden aangesproken, de andere schijven kunnen in rust blijven. Daardoor werkt Unraid zuiniger en efficiënter dan concurrenten. Dat kleine voordeel wordt een groot voordeel als je heel veel schijven gebruikt. Een 3,5inch-schijf in bedrijf verbruikt immers al snel zo’n 5 tot 8 watt.

Unraid installeren

Beginnen met Unraid kan bijna niet eenvoudiger. Als je het de eerste keer start en ingelogd in de gebruikersinterface met een browser begin je met het toewijzen van schijven. Hierbij selecteer je eenvoudigweg schijven voor parity (één of twee), cache (optioneel) en opslag. Daarna is het een kwestie van het starten van je array en formateren van de schijven met het gewenste bestandssysteem (bijvoorbeeld xfs of btrfs). Heb je bijvoorbeeld een schijf van 2 TB, twee van 1 TB en een vierde van 500 GB, dan kies je de grootste schijf voor parity en de andere voor data.

Als de prestaties tegenvallen, zou je nog een ssd kunnen toevoegen voor cache. Vervolgens kun je de opslag toewijzen door middel van gedeelde mappen voor gebruikers, waarvoor je gebruikersaccounts maakt. Een share (gedeelde map) vertegenwoordigt één of meerdere schijven in de array. Je kunt zodoende bij het maken van een share selecteren welke schijf of schijven voor die share gebruikt mogen worden. En daarnaast natuurlijk wie er lees- en of schrijftoegang mogen hebben.

Uiteraard komt er nog wel iets meer kijken bij het inrichten van Unraid, maar er is goede documentatie voorhanden (waaronder een wiki), een levendig forum en een nuttige blog die nieuwe gebruikers op weg helpt met de belangrijkste stappen bij een nieuwe installatie.

 

© PXimport

Waar Unraid duidelijk in uitblinkt is de mogelijkheid om allerlei toepassingen te draaien, via Docker-containers of virtuele machines (kvm). In het geval van Docker worden dat applicaties genoemd. Het is handig om als eerste de zogeheten Community Applications-plug-in te installeren die is gemaakt door ontwikkelaar Squid. Deze plug-in geeft een soort app-store waarin je toepassingen kunt opzoeken en installeren. Hiervoor verschijnt na installatie zelfs een extra tabje in de gebruikersinterface.

Het aanbod aan toepassingen is enorm en bovendien handig gerubriceerd. Home Assistant heb je bijvoorbeeld met een paar keer klikken geïnstalleerd. Ook toepassingen als Plex, Emby, OpenVPN en NextCloud kun je eenvoudig toevoegen. Zoals gebruikelijk voor Docker-containers moet je soms wat extra details opgeven, bijvoorbeeld instellingen voor het netwerk (zoals poorttoewijzingen) of koppelingen tussen mappen in de container en lokale mappen. De gebruikersinterface is daar allemaal prima voor uitgerust, al is enige ervaring met Docker natuurlijk wel handig.

 

© PXimport

Virtuele machines

Je kunt, na wat voorbereidend werk, ook vrij eenvoudig verschillende virtuele machines maken met bijvoorbeeld Windows of Linux als besturingssysteem. Intern gebruikt Unraid daarvoor het beproefde kvm als virtualisatiesysteem dat al in de Linux-kernel is ingebakken. Je hoeft ook hierbij niet met lastige opdrachtregels te werken. Je kiest via de gebruikersinterface van Unraid eenvoudigweg het gewenste besturingssysteem, vult wat details in zoals het gewenste aantal processorkernen, de hoeveelheid geheugen die je wilt toewijzen en de schijfruimte die moet worden gereserveerd voor opslag.

Heb je de virtuele machine gemaakt en gestart, dan is toegang mogelijk via onder andere remote desktop (vnc). Het toegangswachtwoord daarvoor kun je al bij het maken van de virtuele machine opgeven.

Hardware doorgeven

Handig is dat je bepaalde hardware kunt ‘doorgeven’ aan het besturingssysteem in die virtuele machine, ook wel passthrough genoemd. Zo regel je bijvoorbeeld dat je op de server aangesloten usb-apparaten in de virtuele machine kunt gebruiken. Ook zou je een complete grafische kaart (gpu) van bijvoorbeeld Nvidia kunnen doorgeven aan een virtuele machine met Windows. Sluit een monitor of tv aan op de grafische kaart in de Unraid-machine, en je kunt in de virtuele Windows-machine alle denkbare moderne games spelen. Zo kun je kosteneffectief de server ten volle benutten.

Het heeft hierdoor zelfs een niche gevonden in de gamesmarkt, met bijvoorbeeld servers die (via meerdere videokaarten) met meerdere gebruikers gedeeld worden. De configuratie van een passthrough kan soms wat uitdagingen geven, zeker als je op één systeem, bijvoorbeeld een werk-pc, een opstelling met meerdere monitoren wenst. Voor virtualisatie is overigens ook geschikte hardware nodig – maar dat is zelden een probleem – en de juiste bios-instellingen.

 

© PXimport

Unraid kopen

Unraid werkt met registratiesleutels die zijn gekoppeld aan de usb-stick die je gebruikt. Hiervoor leest het een unieke identificatiecode op de usb-stick. Er geldt een proefperiode van dertig dagen waarin je alle features van de software kunt uitproberen, zonder beperking wat aantal schijven betreft. Dat is waarschijnlijk lang genoeg om te zien of het goed samenwerkt met jouw hardware en of het aan je wensen voldoet. Wil je het langer gebruiken, dan kun je direct vanuit de gebruikersinterface van Unraid een registratiesleutel aanschaffen. Je betaalt daarvoor een eenmalig bedrag, waarbij ook alle nieuwe versies zijn inbegrepen.

Er zijn drie varianten: Basic voor tot zes aangesloten opslagapparaten (59 dollar), Plus voor tot twaalf opslagapparaten (89 dollar) en Pro voor een onbeperkt aantal opslagapparaten (129 dollar). Je kunt klein beginnen en upgraden naar een hoger plan. Voor wat je ervoor krijgt, is dat een heel schappelijke prijs, maar natuurlijk alleen als de wat alternatieve benadering van Unraid je aanstaat.

Unraid brengt veel flexibiliteit en niet alleen wat opslag betreft. Het blinkt uit in mogelijkheden voor het draaien van toepassingen op je server via Docker of volledige virtuele machines met kvm. Dat maakt het besturingssysteem ideaal voor bijvoorbeeld een mediaserver met ook nog wat opslag. Hecht je vooral waarde aan netwerkopslag, dan zijn er vooral wat prestatie en robuustheid betreft betere opties, maar die zijn vaak ook weer complexer en minder toegespitst op thuisgebruik dan Unraid.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten