De Britse NASA-hacker wordt na een juridisch gevecht van 10 jaar toch niet uitgeleverd aan de V.S. De aan Asperger leidende Gary McKinnon zegt slechts naar UFO’s te hebben gezocht in de NASA-computers en wordt niet uitgeleverd omdat hij anders zelfmoord zou plegen.
Gary McKinnon voert al tien jaar lang een strijd om niet uitgeleverd te worden aan de Verenigde Staten. Wanneer dat gebeurd zou zijn, was de kans groot dat hem een gevangenisstraf van zo’n 60 jaar boven het hoofd hing.
De NASA-hacker hackte systemen van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Hij zou daarmee volgens NASA een schadepost van 800.000 dollar veroorzaakt hebben. McKinnon hackte ook systemen van het Amerikaanse leger en MIT met behulp van een techniek die werkt via ‘lege wachtwoorden’. McKinnon geeft toe dat hij de computers gehackt heeft, maar beweert op zich te zijn geweest naar bewijs voor het bestaan van UFO’s. De zaak speelt al sinds 2002.
Schending van mensenrechten
De ‘Home Secretary’ Theresa May heeft tegenover het Britse parlement betoogt dat McKinnon verdacht wordt van serieuze criminele activiteiten, maar dat hij zonder twijfel ernstig ziek is. Daarmee zou uitlevering aan de Verenigde Staten in strijd zijn met de mensenrechten, want McKinnon zou zelfmoord plegen wanneer hij uitgeleverd zou worden.
Gary McKinnon, die de bijnaam NASA-hacker kreeg, is het symbool geworden van een campagne om het uitleveringsbeleid van Engeland met Amerika te hervormen. Verschillende keren liep McKinnon tegen een muur op bij de Britse overheid. Hij verloor verschillende zaken. In 2007 werd het syndroom van Asperger, een vorm van autisme, bij hem vastgesteld. Dit heeft meegeholpen in de zaak. McKinnon kreeg erg veel steun van landgenoten, aangezien het vrij duidelijk leek dat McKinnon niets kwaads in de zin had.